Trombosedienst

De Trombosedienst verzorgt de behandeling van mensen die bloedstollingsremmende medicijnen gebruiken.

Bloedbuisjes

Welkom bij de Trombosedienst. Als u antistollingsmedicijnen gebruikt, is het belangrijk om uw bloed regelmatig te controleren. Dit doet de Trombosedienst. Soms kunt u ook zelf meten en doseren. Meer over zelf meten leest u hieronder. Gebruikt u bloedverdunners? Vraag dan een antistollingspas aan(https://www.trombosestichting.nl/trombose/gratis-antistollingspas/?gclid=CjwKCAiAmZGrBhAnEiwAo9qHiarbn0v-Rr-o1t2a6xZCCbNcgn2cRhFtOUPLGKEgzeE-7cm4f5lA8BoCYzwQAvD_BwE)

Zelf meten bij trombose

De Trombosedienst meet uw INR-waarde. De INR-waarde geeft aan hoe snel uw bloed stolt. Dit bepaalt het doseeradvies van de medicijnen die u moet innemen om de stolling van uw bloed te regelen. U kunt uw INR-waarde ook zelf meten. Met een klein prikje in uw vinger en één druppel bloed meet u de INR-waarde. Deze waarde geeft u online door aan de Trombosedienst van Ziekenhuis Rivierenland. U ontvangt van ons uw doseeradvies.

Voordelen van zelf meten

Door zelf uw INR-waarde te meten, heeft u de controle en bent u niet meer afhankelijk van de afspraak op een prikpost of de Trombosedienst die bij u langs komt. U kunt prikken op een moment en locatie die u fijn vindt. Zelf meten geeft u ook meer inzicht in uw eigen ziektebeeld.

Starten met zelf meten?

Wilt u starten met zelf meten? U kunt zich aanmelden door een mail te sturen naar zelfmeet@zrt.nl. U kunt ook telefonisch contact opnemen via 0344 67 38 45. Het zelf meten is voor veel mensen mogelijk. Dit wordt beoordeeld door de Trombosedienst. Als u kunt starten met zelf meten, krijgt u een uitnodiging voor een training. U krijgt dan meer uitleg over zelf meten en de materialen die u hiervoor nodig heeft, zoals het zelfmeetapparaat, naaldjes en strips.

Veelgestelde vragen over trombose

Klik op de link om te zien wanneer en waar u zo snel mogelijk terecht kunt.
Wanneer u door ziekte niet in staat bent naar de prikpost te komen dan kunt u na overleg thuis geprikt worden. Is dit echter van structurele aard dan moet u een verklaring van de huisarts te overleggen dat u niet in staat bent naar de prikpost of polikliniek te gaan.
U gaat door met het schema op uw oude brief en u belt de eerstvolgende werkdag met de trombosedienst voor een duplicaatbrief.

Neem de eerstvolgende werkdag contact op met de trombosedienst en vraag om een duplicaat doseerbrief. Als u uw doseerschema (ongeveer) weet: neem in wat u denkt in te moeten nemen en geef dat aan de trombosedienst door wanneer u om de duplicaat doseerbrief vraagt. Als u uw doseerschema niet meer weet: neem de eerstvolgende werkdag contact op met de Trombosedienst.

Het ziekenhuis zal u weer aanmelden bij de trombosedienst en geeft u een doseeradvies mee tot aan de eerstvolgende controle bij de trombosedienst. Wanneer dat onverhoopt niet zo is, neem dan contact op met de afdeling waar u vandaan komt en vraag een doseeradvies voor de ontbrekende dagen.
Alleen wanneer er geen dosering voor vandaag bekend is of als de dosering van vandaag bijgesteld moet worden, wordt u door ons gebeld. Wij gaan ervan uit dat u de oude doseerkalender blijft volgen totdat u een nieuwe doseerbrief ontvangen heeft.
Als u dezelfde dag ontdekt dat u de tabletjes vergeten bent dan kunt u deze alsnog innemen. Komt u er de volgende dag achter dan gaat u door met uw doseerschema. Eventueel overlegt u met de trombosedienst of het noodzakelijk is een tabletje extra in te nemen. Let op! Doe dat echter nooit zonder overleg met de trombosedienst. Gebeurt het vaker dat u tabletjes vergeet, meld dit dan bij de eerstvolgende bloedafname.
Ga door met uw doseerschema en overleg op de eerstvolgende werkdag met de trombosedienst of er een aanpassing van uw schema wenselijk is.
Meld dit bij de eerstkomende bloedafname. U krijgt dan een vakantiebrief mee waarop uw indicatie vermeld staat. Als u stabiel bent krijgt u een dosering tot na uw vakantie, maximaal 6 weken. Hebt u een wisselende INR of bent u kort geleden begonnen met antistolling dan is het verstandig om tijdens de vakantie een INR te laten bepalen.
In het algemeen is het praktisch wanneer u zelf gaat meten en eventueel ook zelf doseren. U kunt de apparatuur in bruikleen krijgen. Meldt u zich zo spoedig mogelijk bij het zelfmeetcentrum van de trombosedienst, bereikbaar via telefoonnummer (0344) 67 38 45.
De therapeutische range waar u op ingesteld wordt is afhankelijk van de indicatie tot antistolling. Wanneer u graag lager ingesteld wil worden dient u dat te overleggen met uw behandelend arts, alleen uw arts kan daarover beslissen.
De nieuwe middelen, ook wel NOAC of DOAC genoemd zijn tegenwoordig eerste keus bij aanvang van de behandeling. Bij een sterk verminderde of slechte nierfunctie mag u deze middelen echter niet gebruiken. Het komt ook voor dat deze middelen niet door iedereen goed verdragen worden. Met uw behandelend specialist kunt u overleggen of u voor een NOAC in aanmerking komt.
U dient in staat te zijn bij uzelf een vingerprik te doen en mocht dat niet lukken dan dient er een familielid of verzorgende te zijn die dat kan doen. Tweede voorwaarde is dat uw indicatie een behandeling vereist langer dan zes maanden. Toch kan daar van worden afgeweken wanneer u bijvoorbeeld regelmatig of langdurig in het buitenland verblijft. U kunt zich aanmelden via (0344) 67 38 45.
Neem op de eerstvolgende werkdag contact met ons op. Wij zullen zo nodig contact met u opnemen door u te bellen en/of door u de volgende werkdag een aangepaste doseerbrief te sturen.
Er is voor u een afspraak gemaakt op de polikliniek. Soms duurt het enkele weken voordat u terecht kunt op de polikliniek. Dit noemen we de ‘toegangstijd polikliniek’.
Met “spuitjes” worden Fraxiparine, Fraxodi, Clexane, Innohep, Fragmin, Arixtra of Orgaran bedoeld. Deze werken ook bloedverdunnend. Zolang u deze spuitjes gebruikt wordt u tweemaal per week gecontroleerd. U mag pas stoppen met deze spuitjes wanneer de trombosedienst dat aangeeft. Bij twijfel of vragen kunt u op werkdagen contact opnemen met de trombosedienst.
Het is mogelijk om zelf de INR-waarde te meten. Wilt u starten met zelf meten? U kunt zich aanmelden door een mail te sturen naar zelfmeet@zrt.nl. U kunt ook telefonisch contact opnemen via 0344 67 38 45. Niet alle patiënten komen in aanmerking om zelf te meten. Als dat voor u geldt, dan hoort u dat zo snel mogelijk na uw aanmelding.
Als u begint met zelf meten, krijgt u een zelfmeetapparaatje van ons. U krijgt een training met uitleg over het zelfmeetapparaat. Op dat moment kunt u starten met zelf meten. Met een klein prikje in uw vinger en één druppel bloed, meet u de INR-waarde. Deze waarde geeft u online of telefonisch door aan de Trombosedienst van Ziekenhuis Rivierenland. U ontvangt van ons uw doseeradvies.
U kunt uw INR-waarde telefonisch of online doorgeven aan de Trombosedienst van ziekenhuis Rivierenland. Meer informatie hierover ontvangt u na uw aanmelding.
Geeft u uw INR-waarde online aan ons door via het portaal van Portavita? Dan ontvangt u via dat portaal ook uw doseeradvies. Als u uw INR-waarde telefonisch aan ons doorgeeft, ontvangt u per post een kaart met uw doseeradvies.