Geboorte en afscheid

Als een kindje in de buik, tijdens de bevalling of snel daarna overlijdt, begint er een moeilijke tijd. Het verliezen van een kindje is heftig en zorgt voor veel emoties. De wereld lijkt stil te staan, maar tegelijk gebeurt er heel veel en is er veel te regelen.

Inleiden van de bevalling

Als uw baby is overleden in de buik, gaat u naar een gynaecoloog in het ziekenhuis. U krijgt dan medicijnen om de bevalling te starten. De bevalling wordt dan ingeleid.

Met een echo wordt nog een keer onderzocht of de baby is overleden. Soms is dan ook meteen de oorzaak van overlijden te zien.

U krijgt informatie en er worden datum en tijd afgesproken voor de bevalling. Dit is meestal een paar dagen later. Zo hebben u en de mensen om u heen de tijd om de eerste emoties te verwerken. U kunt zich dan ook voorbereiden op de bevalling en het afscheid daarna. Medisch gezien is een gewone bevalling het beste.

Als u dat wilt, kunnen we al starten met onderzoek naar de oorzaak van overlijden.

Voorbereiding

Wat neemt u mee

  • Bewijs of pasje van de zorgverzekering
  • Identiteitsbewijs
  • Fotocamera of mobiele telefoon met camera
  • Nachthemd of T-shirt voor tijdens de bevalling
  • Schone (nacht)kleding voor na de bevalling
  • Ondergoed
  • Ochtendjas en pantoffels
  • Steungevende BH
  • Toiletartikelen
  • Spulletjes voor uw baby als u dat wilt (verzorging, knuffeltje)
  • Iets wat u kunt doen tijdens het wachten zoals een boek, spelletje, laptop enzovoort
  • Kleding en toiletartikelen voor de partner
  • Een knuffeltje of dekentje dat u voor de baby had uitgezocht. Het kan troost geven om in uw armen te houden als u zonder baby naar huis gaat.
  • Een mandje, kistje of schaal om uw baby in op te baren en te vervoeren. Dit is niet verplicht, het is wel fijn.

In het ziekenhuis

U krijgt een eigen kraamsuite, waar u wifi en televisie hebt. U kunt daar dag en nacht blijven en natuurlijk is een partner ook welkom. U mag als u dat wilt bezoek ontvangen. Maaltijden en een uitrijkaart voor uw parkeerkosten worden verzorgd door het ziekenhuis. 

Een verpleegkundige en een verloskundige en/of de gynaecoloog begeleiden u. Zij geven informatie en nemen een lange vragenlijst met u door. Zij letten er ook op, dat u geen onverwacht bezoek krijgt.

Uw lichaam is nog niet klaar om te bevallen. Het is dan ook niet te voorspellen hoe lang u in het ziekenhuis bent. Het kan 1 dag zijn, maar het kan ook meer dagen duren.

De behandeling

Bij een bevalling zorgen weeën voor ontsluiting van de baarmoedermond. Wanneer een bevalling moet worden ingeleid, krijgt u medicijnen om de weeën op te wekken.

Cytotec ®

Meestal krijgt u Cytotec ®. Dit zijn pillen met hormonen die de baarmoedermond zacht maken en zorgen voor weeën.

De verloskundige stopt de pillen zo diep mogelijk in de vagina. Om te zorgen dat ze er niet uit vallen, blijft u minimaal een half uur liggen. Soms moet dit een paar keer gebeuren. Dat hangt af van 2 dingen:

  • de duur van de zwangerschap
  • de reactie van de baarmoeder op het medicijn

Oxytocine

Als de zwangerschap al ver is, krijgt u soms een medicijn via een infuus. Het gaat dan om oxytocine, dit is een middel dat weeën opwekt. Dit krijgt u nadat de vliezen zijn gebroken.

Ballon

Soms is het nodig om eerst de baarmoedermond klaar te maken voor het inleiden van de bevalling. We gebruiken dan een ballonkatheter. Dit is een slangetje met een ballon eraan die in de baarmoedermond wordt geschoven. De ballon wordt gevuld met 50 milliliter water. De prikkeling van de ballon zorgt voor het vrijkomen van hormonen. De ballon valt eruit als de baarmoedermond klaar is. Als er dan genoeg ontsluiting is, worden de vliezen gebroken. Dan starten we met inleiden.

Pijnstillers

Als u dat wilt, krijgt u pijnstillers. Het is mogelijk een pijnstillende prik of een ruggenprik te krijgen. Een ruggenprik verdooft het hele onderlichaam.

Complicatie

Het gebeurt regelmatig dat de placenta niet of niet in zijn geheel spontaan geboren wordt. U kunt dan veel bloed verliezen. 

Als de gynaecoloog twijfelt of alles weg is, wordt de baarmoeder met de echo gecontroleerd op placentaresten. 

Resten van de placenta in de baarmoeder worden door de gynaecoloog verwijderd. Dit gebeurt onder algehele verdoving op de operatieafdeling.

Naar huis

Wij laten u zo snel mogelijk naar huis gaan. Soms is het nodig dat u na de bevalling nog een paar dagen in het ziekenhuis blijft. U blijft dan in uw eigen suite. 

Als u wilt praten, doe dit dan zeker. Dat kan met de mensen die bij u op visite komen, maar ook met de:

  • gynaecoloog
  • verloskundige
  • verpleegkundige
  • een maatschappelijk werker
  • een van de ziekenhuispastores

De eerste dagen en nachten thuis denkt u veel aan uw baby. Twijfel niet om medische hulp te vragen bij problemen, bijvoorbeeld als u niet kunt slapen.

Kraamhulp

Vanaf een zwangerschap van 24 weken kunt u de aangevraagde kraamhulp thuis gewoon door laten gaan. 

Kraamhulp bij minder dan 24 weken zwanger kan alleen in overleg met uw ziektekostenverzekering en het kraamcentrum. 

Zwangerschapsverlof

Na een geboorte vanaf 24 weken zwangerschap heeft u recht op zwangerschapsverlof. Bespreek dit met uw werkgever.

Borstvoeding

Na de bevalling gaan uw borsten automatisch borstvoeding maken. Een nauwsluitende BH, ijskompressen en/of pijnstillers kunnen zorgen dat u er minder last van heeft. Na enkele dagen zal het aanmaken van melk vanzelf ophouden. Het is ook mogelijk om met medicijnen de productie van melk te stoppen. De gynaecoloog of verloskundige kan hiervoor een recept uitschrijven.

Controles

Na 3 weken komt u bij de gynaecoloog en/of de verloskundige die bij de bevalling aanwezig was. 

Na 6 tot 8 weken komt u nog een keer terug bij een gynaecoloog die gespecialiseerd is in verloskundige problemen.

Tijdens deze controles kunt u alle vragen stellen. Schrijf ze thuis alvast op, dan vergeet u ze niet. U kunt ook vertellen hoe het met u gaat.

Een ander belangrijk punt om te bespreken is of u opnieuw zwanger wilt worden en uw ideeën over bevallen. Het kan zijn dat u hiervoor meer gesprekken met een deskundige nodig heeft.

De uitslag

U kunt onderzoek laten doen naar de mogelijke oorzaak van het overlijden. Tijdens de tweede controle bespreekt de gynaecoloog de uitslag en de mogelijke gevolgen met u. Deze gynaecoloog wordt bij een volgende zwangerschap misschien de arts die u gaat begeleiden. Dan is het fijn nu al samen te praten over bijvoorbeeld:

  • Extra controles in een volgende zwangerschap.
  • Informatie over onderzoek naar erfelijkheid.
  • Informatie over het tijdens de zwangerschap onderzoeken van de baby. We kunnen dan vaststellen of de baby wel of niet een bepaalde aandoening heeft.

Wanneer neemt u contact op

Als u thuis bent, en u heeft vragen of bent ongerust bel ons dan gerust.

Neem meteen contact op in de volgende situaties:
  • U heeft een uur om de 5 minuten weeën.
  • U verliest helder, groen, bruin of bloederig vocht uit de vagina. 
  • U verliest bloed.
  • U heeft koorts, een temperatuur boven 37,8 graden.
  • U voelt zich niet lekker (grieperig, hoofdpijn, misselijk, buikpijn, spierpijn).

U kunt een verloskundige of verpleegkundige meteen bereiken via telefoonnummer: 0344 - 67 49 19.

Onderzoek naar oorzaak

Onderzoek naar de mogelijke oorzaak van het overlijden van uw kindje mag alleen als u dat wilt. Uw keuze wordt in uw medisch dossier gezet.

Als de oorzaak niet direct duidelijk is, kunnen er 2 redenen zijn om onderzoek te doen:

  • Proberen te weten te komen waarom uw kindje is overleden.
  • Uitslagen van onderzoeken kunnen belangrijk zijn bij een mogelijke volgende zwangerschap.

Helaas gebeurt het regelmatig dat onderzoeken geen duidelijke oorzaak laten zien.

Door emoties kan het zijn dat u onderzoeken of sommige daarvan afwijst. 

Ook kunt u denken dat sommige onderzoeken van uw godsdienst of cultuur niet mogen. Bespreek dit dan met iemand die uw geloof of cultuur kent. 

Het is belangrijk om goed na te denken over onderzoek. Ook in de toekomst kan de informatie uit onderzoeken nuttig zijn. Dat kan zijn bij uw volgende zwangerschap. Het kan ook verder in de toekomst zijn, bij een zwangerschap van 1 van uw andere kinderen.

Mogelijke onderzoeken

  • Bloedonderzoek bij moeder omdat er mogelijk een ziekte is.
  • Bloedonderzoek bij vader omdat er mogelijk een afwijking in chromosomen is.
  • Onderzoek bij de moeder en/of de baby omdat er een mogelijke infectie is.
  • Onderzoek van de placenta.
  • Chromosoomonderzoek omdat er mogelijk een afwijkend aantal of afwijkende vorm is.
  • Babygram: een röntgenfoto van het skelet van de baby omdat er mogelijk afwijkingen aan het skelet zijn.
  • MRI-scan omdat er mogelijk iets met de hersens is.
  • Obductie

Obductie

Een obductie bestaat uit een onderzoek aan de buitenkant en aan de binnenkant.

De patholoog-anatoom bekijkt uw kindje eerst aandachtig en meet lengte en gewicht.

Voor het onderzoek aan de binnenkant worden de borstholte en buikholte geopend. De organen worden bekeken. Uit verschillende organen worden stukjes weggenomen voor verder onderzoek. Na dit onderzoek worden borst en buik netjes dichtgemaakt. Na aankleden is van het onderzoek niets meer te zien.

Soms is het belangrijk om ook de hersens te onderzoeken. Hiervoor is het nodig de schedel te openen. Hoewel ook deze na het onderzoek weer netjes wordt dichtgemaakt, kan dit toch voor een deel zichtbaar blijven. Voor dit onderzoek moet daarom apart toestemming worden gegeven.

Na ongeveer 6 tot 8 weken is het onderzoek van de patholoog-anatoom klaar. De resultaten worden door de gynaecoloog uitgebreid uitgelegd en met u besproken. U kunt een kopie van het rapport meekrijgen om de gegevens met uw huisarts of een andere arts te bespreken.

Obductie wordt in Utrecht gedaan. Direct na obductie wordt uw kindje teruggebracht naar ons ziekenhuis. Dan kan uw kindje door u of uw begrafenisondernemer naar huis of een rouwcentrum worden gebracht.

De eerste uren en dagen

Uw kindje zien

Hoe de situatie ook is, het is belangrijk om in alle rust uw kindje te bekijken, vast te houden en aan te raken. Ook als het duidelijk anders is. De mogelijke ideeën in uw hoofd, zijn waarschijnlijk erger dan de werkelijkheid. Leer uw kindje kennen om goed afscheid te kunnen nemen.

Natuurlijk respecteren wij het als u de baby echt niet wilt zien.

Wanneer u dat wilt, kunt u ook andere mensen uit uw omgeving met de baby laten kennismaken. Het kindje echt zien, maakt ook voor hen afscheid nemen mogelijk. U kunt dan ook uw verdriet delen met de mensen die dichtbij u staan.

Verzorging van uw baby

U kunt uw baby zelf verzorgen. Het kan ook samen met de verpleegkundige of iemand anders. Of u laat het de verpleegkundige doen. Laat andere kinderen van het gezin, als die er zijn, daar ook bij zijn. U weet als ouders wel of de kinderen groot genoeg zijn. Het is belangrijk dat ook zij kennis kunnen maken met de baby, zodat ze weten van wie ze afscheid nemen. Vaak vinden ze het fijn mee te helpen, door bijvoorbeeld een knuffeltje of kistje uit te zoeken of een mooie tekening te maken.

Opbaren van uw kindje

Er zijn verschillende manieren om uw kindje op te baren. 

De watermethode

Met de watermethode ligt uw kindje in een doorzichtig bakje met deksel in water. Dat kan gewoon koud kraanwater zijn. Het bakje wordt op een koelmeubel gezet.

De watermethode kan altijd, maar heeft het meeste voordeel bij heel vroeg geboren kindjes, bij wie de huid het meest kwetsbaar is. In het ziekenhuis zijn doorzichtige bakjes en emmertjes voor kindjes tot een zwangerschapsduur van ongeveer 22 weken.

U mag natuurlijk ook zelf voor een bakje zorgen. Vooral bij grotere kindjes wordt dit aangeraden.

Twijfelt u over de watermethode? U kunt dit altijd later nog doen.

Watermethode en obductie

De watermethode kan voor obductie. De patholoog moet dat wel weten. Dan is bekend waar het vocht in het lijfje vandaan komt. Ná obductie is de watermethode niet meer mogelijk. Er is dan kans dat de lijm van het litteken oplost.

Waarom uw kindje opbaren in water?
  • Het kindje is heel teer en kwetsbaar. Het huidje is vaak niet geschikt voor de buitenlucht. Dat is vooral zo bij heel vroege geboorte of bij kindjes die al enige tijd overleden zijn.
  • Ouders vinden het soms heel natuurlijk om een kindje vanuit het vruchtwater weer in het water te plaatsen. 
  • Het kindje gaat in water vaak weer in foetushouding, het lijkt te zweven.
  • Het huidje krijgt vaak een mooiere kleur en er is kans dat vlekjes weer verdwijnen.
  • De nageltjes en lipjes kleuren vaak weer mooi roze.
  • Het lijfje wordt voller, omdat het vocht opneemt.
  • Een afwijking wordt duidelijker zichtbaar. Zo is het soms beter te begrijpen waarom de baby is overleden. Daardoor is het mogelijk beter te accepteren.
  • Het kindje is makkelijk aan te raken of uit het water te halen.
Wat bijzonder is
  • Als u het kindje uit het water haalt, kan er een deukje ontstaan van uw hand of vinger. Het vocht onder het huidje is verplaatst Als het kindje wordt teruggelegd in het water verdwijnt de afdruk.
  • Het kindje kan donkerder worden als het uit het water gehaald wordt. In het water verandert dat weer.
  • Soms laten er wat velletjes los, deze zijn makkelijk weg te halen.
Tips
  • Maak foto’s van uw kindje in het water, in kleur of zwartwit.
  • In plaats van een doorzichtig bakje kunt u het kindje ook in een mooie kom, vaas of schaal leggen. Het kan mooi zijn deze later als herinnering te gebruiken, bijvoorbeeld naast een foto van uw kindje. Als uw kindje hierin vervoerd wordt, moet het wel afgesloten kunnen worden.
  • Tijdens de wateropbaring kunt u ijsklontjes in het water doen. Dit kan een mooie manier zijn om broertjes of zusjes bij de baby te betrekken. Ze kunnen ijsklontjes in de vorm van hartjes of sterretjes maken.
Verzorging

U doet elke dag schoon water in het bakje. Het gaat dan niet ruiken en verkleuren.

Laat onder de kraan het water langzaam in het bakje stromen. Door het over te laten lopen verdwijnt het oude water.

Een andere manier is om uw kindje eruit te halen. Het water weggooien en er schoon water in doen en dan uw kindje er weer in te leggen.

Kijk voor meer informatie op de website Watermethode(https://www.watermethode.nl/).

Opbaren in een kistje of mandje

U kunt er ook voor kiezen om uw kindje in een kistje of mandje te leggen.

Als het kindje in de buik is overleden, is het de eerste dagen heel zacht en teer. Dit komt door het vruchtwater. Er komt dan veel vocht van de baby af. U kunt uw kindje dan in een celstofmatje wikkelen, met de plastickant naar de baby. Daar omheen doet u een omslagdoek of dekentje.

Het beste is om de baby zo droog mogelijk te houden. Het wassen stelt u uit tot de derde of vierde dag thuis. De kans is dan kleiner dat de huid ergens aan gaat kleven. Na een paar dagen kunt u kleertjes aandoen en een mutsje opzetten.

Wanneer obductie gewenst is, moet u met het aankleden wachten tot uw kindje weer terug is. 

In het ziekenhuis zijn er mandjes beschikbaar om uw kindje in op te baren. Het is wel fijner wanneer u zelf voor een mandje of kistje zorgt.

Uw kindje wordt op de afdeling koel gehouden met een koelmeubel. Wanneer u thuis bent, wordt dit verzorgd door de begrafenisondernemer. Een klein kindje kan ook koel worden gehouden met coldpacks.

Herinneringen

Na de geboorte helpen wij u met het verzamelen van allerlei dingen van de baby, die later heel waardevol voor u kunnen zijn:

  • Een afdrukje van handjes of voetjes
  • Een haarlokje
  • Het naambandje
  • Een echofoto. 

Ook raden wij u aan foto’s van uw overleden baby te (laten) maken. Denk er rustig over na of u dit wilt. Een foto is snel gemaakt en de tijd waarin dit kan is maar kort. Wanneer u het nu moeilijk vindt, kunt u ook vragen of een familielid of kennis de foto’s voor u bewaart. 

Er zijn stichtingen die kosteloos fotoreportages laten maken door een professionele fotograaf. Wij kunnen dat voor u regelen. U mag het ook zelf doen.

Make a memory(https://www.makeamemory.nl/) maakt een fotoboekje. Dit is mogelijk vanaf 23 weken zwangerschap. Hierbij worden ook oudere broertjes en zusjes betrokken.

Stichting Still(https://stichtingstill.nl/) maakt foto’s vanaf 12 weken zwangerschap.

De burgerlijke stand

Aangifte doen

Aangifte van geboorte en/of overlijden moet gedaan worden door de ouders of de begrafenisondernemer. Dit moet binnen 3 werkdagen na de geboorte in het gemeentehuis van Tiel. 

U moet van tevoren (telefonisch) een afspraak maken bij het gemeentehuis. Aangifte van een overleden kindje kan niet online.

Aangifte is verplicht:

  • bij geboorte vanaf een duur van de zwangerschap van 24 weken.
  • als de baby levend geboren is bij een zwangerschapsduur onder de 24 weken.

Aangifte is niet verplicht:

  • bij een levenloos geboren kindje onder de 24 weken. U mag aangifte doen maar het hoeft niet. 

Als u getrouwd bent, kan uw kindje altijd worden bijgeschreven in uw trouwboekje. Het maakt niet uit hoe lang de zwangerschap duurde.

Geboorteakte

Als uw kindje levend wordt geboren, wordt een geboorteakte gemaakt. De baby wordt opgenomen in de basisregistratie personen (BRP). 

Wanneer een kind hierna overlijdt, wordt een akte van overlijden afgegeven. Overlijdt een kind binnen 3 dagen na de bevalling, voordat aangifte van geboorte is gedaan? Dan worden de akte van geboorte en van overlijden tegelijk afgegeven.

Akte van levenloze geboorte

Komt een kindje levenloos ter wereld, dan wordt een akte van levenloze geboorte gemaakt. Deze akte komt in het register van overlijden. De baby wordt niet automatisch opgenomen in de BRP.

Het is wel mogelijk om uw levenloos geboren kindje op te laten nemen in het BRP. U kunt dit zelf doen bij de gemeente waar u woont. Het bestaan van uw kindje is dan wettelijk vastgelegd. Neem hiervoor de papieren mee waaruit blijkt dat uw kindje levenloos geboren is.

De gegevens van het levenloos geboren kindje zijn alleen zichtbaar voor de ouder via MijnOverheid.nl en voor de ambtenaar Burgerzaken. Een registratie kan op een later moment ook weer worden verwijderd.

Uitvaart

Bij het overlijden van uw kindje hoort ook het besluiten wat voor uitvaart u wilt. Met zorg de uitvaart voorbereiden geeft ook troost. Daarom is het belangrijk zoveel mogelijk uw eigen ideeën uit te voeren. 

Begraven of cremeren verplicht

Voor ieder overlijden zijn wettelijke regels voor begraven of cremeren vastgelegd in de Wet op de Lijkbezorging. Voor baby’s gelden de volgende regels:

  • Baby’s geboren na 24 weken moeten worden begraven of gecremeerd.
  • Baby’s geboren onder de 24 weken die langer dan 24 uur leefden moeten worden begraven of gecremeerd.
Regelen

U kunt zelf alles regelen. U neemt dan zelf contact op met iemand van de begraafplaats of het crematorium. 

U kunt ook een begrafenisondernemer vragen het voor u te regelen. Wij kennen begrafenisondernemers die ervaring hebben met de uitvaart van overleden kindjes. 

Het is altijd verstandig om van tevoren te kijken of uw uitvaartverzekering de kosten vergoed.

Begraven of cremeren niet verplicht

Kindjes onder de 24 weken die levend worden geboren, maar binnen 24 uur overlijden hoeven niet te worden begraven of gecremeerd. Het mag wel.

Begraven

Begraven op een begraafplaats of cremeren mag als u dat wilt. U kunt dit regelen via een begrafenisondernemer of rechtstreeks via iemand van een begraafplaats of crematorium.

Een andere mogelijkheid is om de baby vrij in de natuur te begraven. U moet dan wel toestemming hebben van de grondeigenaar als u dat niet zelf bent.

Cremeren

U kunt de baby laten cremeren in het Zuylen Crematorium in Breda. De kosten worden betaald door het ziekenhuis. Bij deze crematie kunt u niet aanwezig zijn en ook de datum is niet van tevoren bekend. U wordt door het crematorium gebeld over wat u met de as wilt doen. Wilt u de as hebben? Dan kost u dat alleen iets als u een speciale urn wilt. U moet de as zelf in Breda ophalen.

Wilt u de as niet? Dan wordt die gratis verstrooid op het kinderveldje.