RS-virus

Respiratoir Syncytieel Virus

Het RS-virus is een virus dat vaak voorkomt. Meestal krijgen kinderen alleen een verkoudheid. Maar baby's en jonge kinderen kunnen er ook erg ziek van worden. Ze kunnen bijvoorbeeld een ontsteking van de luchtwegen (bronchiolitis) of een longontsteking krijgen. Het virus komt vooral voor in de herfst en winter. 

Symptonen

De klachten kunnen licht of ernstig zijn. Mogelijke klachten zijn:

  • Neusverkoudheid, hoesten en niezen

  • Koorts

  • Minder eetlust

  • Moeite met ademhalen (bijvoorbeeld snel ademen, intrekken van de borstkas, neusvleugelen of een piepende ademhaling)

  • Moe of suf zijn

  • Bij baby’s: slecht drinken, suf zijn of ademstops

Oorzaken

Het RS-virus zit in druppeltjes uit de neus of mond. Deze druppeltjes komen in de lucht als iemand hoest of niest. Uw kind kan het virus ook krijgen via besmette handen of voorwerpen. Kinderen die naar de opvang gaan of oudere broers of zussen hebben, raken vaak sneller besmet.

Wat kunt u zelf doen?

  • Let goed op hoe uw kind ademt.

  • Laat uw kind vaak kleine beetjes drinken.

  • Gebruik een zoutoplossing voor de neus.

  • Gebruik xylometazoline alleen als de arts dit zegt. Gebruik het niet vaker dan 3 keer per dag en niet langer dan 7 dagen.

  • Zorg voor rust en genoeg slaap.

  • Bel de huisarts als het slechter gaat, bijvoorbeeld bij snel ademen, suf worden of slecht drinken.

Onderzoek

Als uw kind erg ziek is, kan de arts kijken of het om het RS-virus gaat.

  • De arts stelt vragen, doet lichamelijk onderzoek en kijkt naar de ademhaling van uw kind.

  • Soms doet de arts een sneltest. Hierbij wordt een uitstrijkje uit de neus of keel genomen.

  • De arts kan een zuurstofmeting doen om te zien of er genoeg zuurstof in het bloed zit.

  • Soms is een röntgenfoto nodig als er gedacht wordt aan een longontsteking.

  • Bloedonderzoek kan nodig zijn om andere infecties uit te sluiten.

Behandeling

Er bestaat geen medicijn tegen het RS-virus. De behandeling vermindert alleen de klachten.

  • Zorg dat uw kind voldoende rust krijgt en genoeg drinkt. Soms is een sonde nodig.

  • Gebruik een zoutoplossing voor de neus.

  • Een neus-uitzuiger (tendernose) kan helpen om slijm zacht en veilig te verwijderen.

  • Bij benauwdheid of te weinig zuurstof kan uw kind extra zuurstof krijgen via een neusbril.

  • Bij ernstige klachten kan opname in een ander ziekenhuis nodig zijn.

De meeste kinderen zijn na 1 tot 2 weken beter. Soms blijft het hoesten wat langer. Wordt uw kind weer benauwd of krijgt het opnieuw koorts? Neem contact op met uw huisarts.

Complicaties

Soms zijn er complicaties. Deze kunnen zijn: 

  • Ontsteking van de kleine luchtwegen (bronchiolitis).
  • Longontsteking.
  • Ernstige benauwdheid (soms is een opname in het ziekenhuis nodig).
  • Ademstops bij jonge baby's. 
  • Soms blijven kinderen last houden van de luchtwegen, ook na de infectie.