Hulphonden

U bent met uw hulphond van harte welkom in Ziekenhuis Rivierenland.

Normaliter zijn dieren in ons ziekenhuis niet toegestaan. Dieren kunnen bacteriën en andere ziekteverwekkers overdragen, die schadelijk zijn voor zieke mensen die in het ziekenhuis verpleegd worden. Er is een uitzondering voor hulphonden. Wanneer u als patiënt of bezoeker met uw hulphond het ziekenhuis wilt bezoeken, is uw hulphond uiteraard wel welkom.

Om een bezoek van u en uw hond aan ons ziekenhuis zo makkelijk mogelijk te laten verlopen, hebben we enkele regels opgesteld. In dit document vindt u hierover informatie.

Algemeen

  • Neem voor het bezoek contact op met de receptie van Ziekenhuis Rivierenland (0344) 67 49 11. Uw bezoek kan daarmee goed voorbereid worden.
  • Stel voor uw bezoek een instructie op over de omgang met de hulphond. Dit voor het geval dat u tijdelijk/onverwacht niet bij de hond kunt zijn. Neem deze instructie mee naar het bezoek.
  • Neem, indien mogelijk, een begeleider mee naar het bezoek.
  • Meldt u bij binnenkomst in het ziekenhuis bij de receptie.
  • De hulphond moet herkenbaar zijn als hulphond. De hulphond draagt een dekje met het logo van een erkende hulphondenschool. De hulphond moet gevaccineerd en ontwormd zijn.
  • U wordt  gekoppeld aan een medewerker van ons ziekenhuis die u zal begeleiden in het ziekenhuis.
  • Blijf niet langer dan noodzakelijk met uw hond in het ziekenhuis.

Poliklinisch bezoek

  • Voor het bezoek neemt u telefonisch contact op met de receptie van het ziekenhuis (0344) 67 49 11.
  • Op de dag van de afspraak meldt u zich aan de receptie van het ziekenhuis.
  • De receptiemedewerker regelt voor u een medewerker die u in het ziekenhuis begeleidt. In het ziekenhuis zijn veel mensen. Niet iedereen weet dat hulphonden zijn toegestaan. De medewerker voorkomt dat u hierop wordt aangesproken. Daarnaast weet de begeleider in welke ruimtes uw hond wel en niet mag komen (denk daarbij aan ruimtes waar steriel gewerkt wordt).
  • U stelt de medewerker die met u mee gaat op de hoogte van de instructie over omgang met de hond.
  • De hond mag tijdens het bezoek in het ziekenhuis niet alleen gelaten worden. Als u een ruimte in gaat waar de hond niet mee mag (denk daarbij aan ruimtes waar steriel gewerkt wordt) moet de hond begeleid achter blijven. In dat geval kan of een begeleider die u zelf meeneemt of de begeleidende ziekenhuismedewerker bij de hond in de wachtkamer blijven.

Als bezoeker met uw hulphond naar een klinische afdeling

  • Voor het bezoek neemt u telefonisch contact op met  de receptie van het ziekenhuis.
  • Op de dag van het bezoek meldt u zich aan de receptie van het ziekenhuis.
  • De receptiemedewerker regelt voor u een medewerker die u in het ziekenhuis begeleidt. In het ziekenhuis zijn veel mensen. Niet iedereen weet dat hulphonden zijn toegestaan. De medewerker voorkomt dat u hierop wordt aangesproken. Daarnaast weet de begeleider in welke ruimtes uw hond wel en niet mag komen (denk daarbij aan ruimtes waar steriel gewerkt wordt).
  • U gaat op bezoek bij de persoon waarvoor dit afgesproken is. U kunt daarnaast niet nog op andere plaatsen in het ziekenhuis op bezoek gaan.
  • Het bezoek vindt plaats in een éénpersoonkamer met gesloten deur. Of er wordt een niet-gebruikte ruimte voor dit bezoek geregeld waar de patiënt en u (met hulphond) kunnen samen zijn.
  • Verlaat na het bezoek het ziekenhuis via de kortste route. Maak afspraken met de begeleider van het ziekenhuis als u hier begeleiding bij nodig hebt. U kunt dan de receptie bellen voor vertrek.

Opname met hulphond

Voor de opname

  • Laat bij voorkeur voor de opname aan de receptie en de ontvangende afdeling weten dat opname met hulphond gewenst is. Hiervoor kunt u telefonisch contact opnemen.
  • Stel voor uw verblijf een instructie opover de omgang met de hulphond. Dit voor het geval dat u tijdelijk/onverwacht niet bij de hond kunt zijn. Neem deze mee tijdens de opname.
  • U wordt  met een hulphond altijd opgenomen in een éénpersoonskamer.

Tijdens de opname

  • Op de dag van opname meldt u zich bij de receptie.
  • De receptiemedewerker regelt voor u een medewerker die u in het ziekenhuis begeleidt. In het ziekenhuis zijn veel mensen. Niet iedereen weet dat hulphonden zijn toegestaan. De medewerker voorkomt dat u hierop wordt aangesproken. Daarnaast weet de begeleider in welke ruimtes uw hond wel en niet mag komen (denk daarbij aan ruimtes waar steriel gewerkt wordt).
  • U stelt de medewerker die met u mee gaat op de hoogte van de instructie over de omgang met de hond. Zorg dat duidelijk is waar de instructie te vinden is tijdens de opname.
  • De deur van de kamer moet tijdens het verblijf gesloten blijven.
  • De hulphond wordt door de familie van de patiënt regelmatig uitgelaten. Indien dit niet mogelijk is, wordt dagelijks een medewerker van het ziekenhuis gevraagd die deze taak uitvoert.
  • Bij het uitlaten wordt de hond via de kortste weg in het ziekenhuis vervoerd. Indien een medewerker van het ziekenhuis betrokken is bij de verzorging van de hulphond wordt de instructie die door de patiënt opgesteld is daarvoor gebruikt. 
  • Bij opname bent u zelf verantwoordelijk voor de voeding van de hond. U neemt de voeding zelf mee in een afsluitbare container.
  • Bij opname worden de voer- en waterbak van de hond dagelijks door de begeleider van de patiënt of de patiënt zelf gereinigd.
  • De hond mag bij bezoek aan behandelkamers, OK, POK, functieafdelingen, niet mee. Overleg voordat u uw kamer verlaat voor een dergelijk bezoek of de hond mee kan, of begeleiding vanuit het ziekenhuis nodig is en of er opvang voor de hond geregeld moet worden. Wanneer opvang nodig is wordt gekeken of u de hond zelf kunt brengen of dat hiervoor een medewerker vanuit het ziekenhuis nodig is.
  • De hond mag tijdens het bezoek in het ziekenhuis niet alleen gelaten worden. 

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan gerust contact op met de receptie van Ziekenhuis Rivierenland, (0344) 67 49 11.