CVA/ TIA-behandeling

De behandeling van een beroerte bestaat uit 3 fasen met elk haar specifieke behandelmethoden.

Fase 1: Acute fase

Dit is de eerste fase na het oplopen van een beroerte en het is daarom van belang dat de artsen snel kunnen handelen, diagnosticeren en starten met de juist behandelingen zodat verdere schade en het risico op herhaling verminderd kan worden. Dit wordt voornamelijk gedaan op de spoedeisende hulp.

Fase 2: Revalidatiefase

Deze fase kan 3 tot 12 maanden duren en is bedoeld om de beschadigingen in de hersenen ten gevolge van de beroerte te laten herstellen om uiteindelijk weer zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren.

Fase 3: Chronische fase

De chronische fase is de hele periode na de revalidatiefase en is met name gericht op het leren omgaan met de gevolgen van de opgelopen beroerte. 

Behandeling

Fase 1: Acute fase

Dit is de eerste fase na het oplopen van een beroerte en het is daarom van belang dat de artsen snel kunnen handelen, diagnosticeren en starten met de juist behandelingen zodat verdere schade en het risico op herhaling verminderd kan worden. Dit wordt voornamelijk gedaan op de spoedeisende hulp. Hier worden bij de patiënt direct een aantal van de bovengenoemde onderzoeken gedaan. Op basis van de resultaten uit deze onderzoeken, stelt de arts een diagnose en bepaald hij welke behandeling het meest past bij de specifieke situatie van de patiënt. Een van de mogelijke behandelingen tijdens deze fase is trombolyse. Hierbij wordt medicatie via de ader (intraveneuze trombolyse) of liesslagader (intra-arteriële trombolyse) toegediend.  Na toediening van de medicatie komt de acute fase ten einde en wordt de patiënt overgebracht naar de afdeling Neurologie. Hier kan onderzocht worden wat de oorzaak van de beroerte was, waarna de revalidatie gestart kan worden.

Fase 2: Revalidatiefase

Deze fase kan 3 tot 12 maanden duren en is bedoeld om de beschadigingen in de hersenen ten gevolge van de beroerte te laten herstellen om uiteindelijk weer zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. Afhankelijk van de persoonlijke situatie van de patiënt kan deze fase thuis of eventueel bij een revalidatiekliniek plaatsvinden. Het eerste deel van de revalidatiefase is  met name gericht op het weer oppakken van algemene dagelijkse levensverrichtingen (wassen, aankleden en eten). Later in de revalidatiefase kan er ook cognitieve revalidatie plaatsvinden zoals het trainen van het  geheugen en denkvermogen. Uit onderzoek en praktijkervaring is gebleken dat hoe eerder men start met een oefenprogramma voor revalidatie en hoe intensiever men hiermee oefent, hoe sneller en beter het herstel zal zijn.

Fase 3: Chronische fase

De chronische fase is de hele periode na de revalidatiefase en is met name gericht op het leren omgaan met de gevolgen van de opgelopen beroerte. Gezien het oplopen van een beroerte een ingrijpende gebeurtenis is en het feit dat dit veel onzekerheid met zich meebrengt omtrent de mate van potentiële herstelmogelijkheden, is begeleiding nodig om eventuele verandering te accepteren en bijkomende gevoelens te verwerken. Patiënten worden daarom in deze fase begeleid door CVA-nazorgverpleegkundigen met eventuele ondersteuning van de huisarts.

Na behandeling

GMC: de Neuroloog, verwijst u naar het GMC. Bij het GMC heeft u, samen met maximaal 5 andere patiënten en hun naasten een afspraak bij de CVA-verpleegkundige en de neuroloog. Het accent van het GMC ligt op het geven van adviezen om de kans op herhaling van een TIA of CVA zo klein mogelijk te maken. De CVA-verpleegkundige is gespreksleider van het GMC. Het GMC duurt maximaal 2 uur en 15 minuten.

CVA nazorg spreekuur/polikliniek: het gesprek met de CVA-verpleegkundige duurt maximaal drie kwartier en is gericht op het dagelijks functioneren.

Telefonisch spreekuur met CVA verpleegkundige: het gesprek met de CVA-verpleegkundige duurt maximaal een kwartier en is gericht op het dagelijks functioneren.