Een ‘male sling’ is een draagband van kunststof. De draagbandoperatie bij mannen is bedoeld om klachten door inspanningsincontinentie te verminderen. Bij inspanningsincontinentie verliest u ineens urine zonder dat u aandrang voelt. Het gebeurt vaak bij plotselinge inspanning. Denk aan hoesten, lachen, niezen, tillen, plotseling opstaan, sporten of springen. Door de operatie verminderen de klachten of verdwijnen.
Voorbereiding
U wordt voor deze ingreep 2 tot 3 dagen opgenomen in het ziekenhuis. Afhankelijk van de hoeveelheid voorbereidingen die nodig zijn voor de operatie wordt u een dag vóór de operatie opgenomen of op de dag zelf.
De operatie
- U krijgt voorbereidende medicijnen voor de verdoving.
- U wordt geschoren op de plek waar u geopereerd wordt.
- U krijgt een infuus voor extra vocht en medicijnen.
- U krijgt een knijper op uw vinger om de hoeveelheid zuurstof in het bloed te meten.
- U krijgt elektroden op uw borst om uw hartritme te kunnen controleren tijdens de operatie.
- U ligt met de rug op de operatietafel, uw benen hangen in beensteunen.
- U krijgt een slangetje (blaaskatheter) waarmee uw blaas geleegd kan worden.
- De uroloog maakt een sneetje vanaf de achterzijde van de balzak tot 1 centimeter van de anus.
- Daarna legt de uroloog de plasbuis vrij.
- Ook maakt de uroloog 2 kleine sneetjes aan de binnenzijde van beide bovenbenen.
- Met een kromme naald wordt de draagband in de juiste positie gelegd.
- De plasbuis wordt nu ondersteund en ligt 3 centimeter hoger in de bekkenbodemspieren. Dit is een goede hoogte.
- Het bandje wordt niet vastgemaakt. Wel wordt het bandje op spanning gebracht. Door de weerstand verschuift het bandje niet.
Na de operatie
- Als de narcose is uitgewerkt, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht.
- Op de afdeling controleert de verpleegkundige uw bloeddruk en hartritme.
- Ook wordt bijgehouden wanneer u voor het eerst heeft geplast.
- U krijgt medicijnen tegen de pijn, wanneer u pijn houdt kunt u dit tegen de verpleegkundige zeggen, die zal overleggen met de arts over het geven van sterkere pijnstillers.
- Op de operatiedag mag u nog niet uit bed.
- U heeft een infuus in uw hand of arm. Als u na de operatie weer normaal kunt eten en drinken, wordt het infuus eruit gehaald.
- Direct na de operatie heeft u een slangetje (katheter) in de blaas. Via dit slangetje loopt de urine uit de blaas in een zak. U hoeft dan niet zelf te plassen. Zo kan de wond tot rust komen. De urine kan in het begin wat rood zijn. Het slangetje kan het gevoel geven dat u moet plassen. Ook kan dit pijn veroorzaken aan de top van de penis. Dit wordt ‘blaaskramp’ genoemd. Als u last heeft van blaaskramp, zeg dit dan tegen de verpleegkundige, deze kan hiervoor medicijnen geven.
Naar huis
Als de operatie normaal verloopt en u voelt zich goed, dan mag u de dag na de operatie of enkele dagen na de operatie naar huis. Zorg dat iemand u ophaalt en thuisbrengt.
Controleafspraak
Ongeveer zes weken na de operatie heeft u een controle afspraak met de uroloog. De arts kijkt tijdens de controle of u goed bent hersteld.
Bijwerkingen na de operatie
- De eerste weken verliest u soms nog ongewild urine.
- Ook heeft u de eerste weken het gevoel dat u heel vaak moet plassen (u voelt meer aandrang).
- Zitten voelt nog niet prettig. Gebruik een zacht kussen om op te zitten.
Pijnbestrijding
Een goede pijnbehandeling is belangrijk voor het herstel. Op de eerste dagen na de operatie kunt u pijnstillers gebruiken.
- De eerste 2 dagen neemt u 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg. U neemt dus om de 6 uur 2 tabletten.
- Op de derde en de vierde dag neemt u om de 6 uur 1 tablet paracetamol van 500 mg.
- Vanaf de vijfde dag stopt u met de pijnstillers.
- Heeft u toch nog pijn? Dan kunt u 2 tabletten paracetamol 500 mg blijven innemen. Maximaal 4 keer per dag.
Leefregels
- U mag gewoon douchen. Zorg dat het wondje na het douchen goed droog is.
- U mag pas een bad nemen als de wond echt genezen is.
- Het is belangrijk dat u 5 keer per dag of meer plast.
- Het is belangrijk dat u niet perst tijdens het plassen.
U mag de eerste 6 weken niet:
- fietsen
- zwaar tillen; til geen kinderen of zware boodschappentassen
- sporten of zwaar lichamelijk werk doen
- uw benen wijd spreiden
- seks hebben
Risico's en complicaties
De kans op complicaties bij een male sling-operatie is klein. Complicaties die het meest voorkomen zijn:
- Het lukt niet om te plassen. U krijgt dan een tijdelijke blaaskatheter. U leert om zelf de blaas met een katheter leeg te maken. Meestal gebeurt dit pas maanden na de operatie, omdat eerst wordt gekeken of de incontinentie spontaan herstelt.
- U heeft een bloeduitstorting in de buikwand. Dat ziet u aan een rode bult onder het sneetje. Vaak verdwijnt dit vanzelf.
- Er komt bloed uit het sneetje of de sneetjes. Dit kan geen kwaad. De wondjes genezen vanzelf. Gebruik een pleister of een gaasje om uw kleren te beschermen.
- Uw wond kan ontsteken door het bandje. Hiervoor krijgt u medicijnen. Soms moet het bandje worden verwijderd.
- Uw urinebuis is beschadigd. Dit komt zelden voor. Wel moet u dan langer in het ziekenhuis blijven, zodat de urinebuis meteen wordt hersteld. Een beschadiging van de urinebuis geneest meestal goed.
- Na de operatie kunt u het gevoel krijgen dat u heel vaak moet plassen (aandrangincontentie). Hiervoor krijgt u medicijnen.
- Als u met de draagband toch klachten houdt, kan er een sluitspierprothese geplaatst worden.
Wanneer contact opnemen
In de volgende situaties kunt u contact met ons opnemen:
- U heeft veel bloedverlies.
- U kunt niet goed uitplassen.
- U heeft koorts boven de 38.5°C of u heeft langer dan 24 uur koorts boven de 38°C.
- U heeft een constante pijn die niet overgaat. Ook niet door het nemen van pijnstillers, zoals 4 keer per dag 2 tabletten paracetamol van 500 mg.