De behandeling
Een gipsbroek is een verband van kunststofgips van de taille tot de enkels. In het kruis zit een opening voor een luier. Het gipsverband zorgt ervoor dat de heupkop stevig op zijn plaats blijft, in de heupkom. De binnenkant van het gips is zacht. Het is een katoenen maillot die de huid van uw kind beschermt. Tussen de benen zit een stokje. Dit voorkomt dat het gips breekt.
De behandeling met een gipsbroek duurt 6 tot 12 weken.
Omgaan met de gipsbroek
Het omgaan met de gipsbroek is wennen voor uw kind en ook voor u. Een goede verzorging is erg belangrijk.
Wennen aan de gipsbroek
De meeste kinderen wennen snel aan de gipsbroek. Meestal duurt dit ongeveer 3 dagen. Het dragen van een gipsbroek doet geen pijn. Merkt u dat uw kind wel pijn heeft, neem dan contact op met de behandelend arts.
Verschonen
- Uw kind moet iets vaker verschoond worden, om de 3 uur. Door de
spreidstand van de benen lekt de luier sneller. - Doe een gewone luier onder de gipsbroek. De luiermaat hangt af van de grootte van uw kind en de grootte van de opening in het gips.
- Gebruik een platte houten spatel om de luier onder het gips door te krijgen.
- Doe een grotere luier over de gipsbroek heen.
- Het is bijna niet te voorkomen dat er toch wat uit de luier doorlekt. Probeer de gipsbroek altijd meteen schoon te maken als het vies is geworden.
- Peuters plassen meer dan baby’s. Als een peuter nog niet zindelijk is, is het moeilijk om het gips droog te houden.
Uw kind wassen
- Een kind met een gipsbroek kan niet in bad of onder de douche. U kunt uw kind wel met een washand wassen.
- Gebruik niet te veel water zodat het gips niet nat kan worden.
- Om te voorkomen dat het gips nat wordt, kunt u het gips bedekken met plastic.
- Om de haren van uw kind te wassen, kunt u uw kind op het aanrecht leggen.
Kleding
- Een kind in een gipsbroek kan geen gewone broeken dragen. Deze moet op maat gemaakt worden.
- Het is handig als de broek een sluiting in de zijnaad heeft of een sluiting aan de binnenkant van het been.
- U kunt ook gebruikmaken van een grotere maat broek.
- In de winter is het voor kinderen met een gipsbroek prettig om te grote sokken te dragen.
Voeding
- Kinderen in een gipsbroek bewegen minder dan normaal. Ze hebben daarom ook minder calorieën nodig.
- Geef uw kind verspreid over de dag kleinere porties eten.
- Geef uw kind geen voedingsmiddelen die winderigheid veroorzaken, zoals uien, bonen en erwten.
Darmkrampjes
Hoe jonger een kind, hoe minder last het lijkt te hebben van het gips. Behalve als uw baby last heeft van darmkrampjes. Uw kind kan met het gips de benen namelijk niet optrekken. Neem daarom na het voeden wat langer de tijd om uw kind te laten boeren. Wanneer de krampjes een probleem worden, neem dan contact op met de behandelend arts of het consultatiebureau.
Slapen
- Oudere kinderen met een gipsbroek krijgen soms andere slaapgewoonten. Ze kunnen bijvoorbeeld korter gaan slapen.
- Kramp, jeuk en het niet kunnen draaien zorgen soms voor verstoorde nachtrust.
- Met kussens kan uw kind prettiger liggen in bed.
- Sommige kinderen worden huilend wakker. Meestal hebben ze dan kramp. Masseren van de enkels en voeten kan helpen.
- Een kind in een gipsbroek heeft het vaak snel warm. Denk daaraan bij het toedekken van uw kind.
Drukplekken
- Op de billen, de onderrug en de stuit kunnen drukplekken ontstaan. Dit zijn rode plekken die komen door de druk van het gips op de huid.
- U kunt drukplekken voorkomen door de huid met een uitgeknepen washand en koud water te wassen, het liefst zonder zeep. Daarna smeert u de huid goed in met babyzalf.
- Het is goed om uw kind afwisselend op de buik en de rug te laten liggen.
Bewegen
- Na een tijdje kan een kind met een gipsbroek zich vaak omrollen.
- Als uw kind op de buik ligt, kan het proberen te ‘tijgeren’.
- Soms gaat een kind staan met een gipsbroek. Dit mag u niet stimuleren. Zet uw kind daarom niet zelf rechtop.
Uw kind optillen
- Een kind met een gipsbroek mag u niet onder de oksels optillen. U moet het lichaam altijd ondersteunen.
- Een kind in een gipsbroek is zwaar en moeilijk te tillen. Om rugklachten bij uzelf te voorkomen, is het belangrijk dat u uw kind optilt vanaf een goede hoogte.
- Maak de commode of aankleedtafel zo hoog mogelijk en verhoog ook de bodem van het bed en de box.
Rugligging - op schoot nemen
- Als uw kind op de rug ligt, leg dan een kussen of handdoekrol onder de benen. Hierdoor heeft uw kind minder last van het gips in de rug.
- Ook zwelling van de voeten kunt u zo voorkomen, omdat de benen hoger liggen.
- U mag uw kind gerust op schoot nemen, behalve als de behandelend arts u nadrukkelijk heeft verteld om dit niet te doen.
Spelen
- Kinderen gaan graag op ontdekkingstocht. Een rola of buikkarretje is hiervoor een handig hulpmiddel.
- Een buikkarretje is vooral geschikt voor kinderen vanaf 9 maanden. Dit is de leeftijd waarop veel kinderen gaan kruipen.
- Uw kind kan buiten op de grond spelen, op een vloerkleed of op gras. Uw kind ziet zo meer van de omgeving en het is ook een goede oefening voor de rugspieren.
Vervoer van uw kind
Hoe u uw kind kunt vervoeren hangt af van de breedte van de gipsbroek. Ook de lengte van uw kind is belangrijk. Let op de veiligheid.
- U kunt een gewone kinderwagen gebruiken. Eventueel opgevuld met kussens, zodat uw kind bovenop de bak ligt.
- Een tweelingwandelwagen. Maximaal 58 centimeter.
- Een op maat gemaakte bak op een kinderwagenonderste. Deze is geschikt voor kinderen tot ongeveer 2 jaar. Deze bak is ook te gebruiken in de auto. Op de achterbank of eventueel
met ondersteuning tussen de voor- en achterbank. Uw kind moet dan een autogordel om of een tuigje. - Een maxi-cosy kunt u opvullen met kussens.
- Een bolderkar is geschikt voor grotere kinderen of voor kinderen met een breed gips.
Onderhoud en controle van de gipsbroek
Een goede verzorging van de gipsbroek is belangrijk
Schoonhouden van de gipsbroek
- Als het gips nat is geworden, kunt u het droog föhnen (niet te heet).
- De binnenkant van het gips kunt u drogen met papieren zakdoekjes. Vergeet niet om de zakdoekjes daarna weer weg te halen.
- De buitenkant van het gips kunt u schoonmaken met een vochtig doekje.
- Urine en poepresten kunt u weghalen met vochtige babydoekjes.
- Zit er poep of urine onder het gips? Drenk de babydoekjes dan in olie en veeg tussen het gips en de huid.
- Is het gips niet meer schoon te krijgen? Neem dan contact op met de Gipskamer.
- Als het gips gaat kruimelen of slijten, neem dan contact op met de Gipskamer. Ze kunnen u een stuk vilt geven met een plakrand. Hiermee kunt u de scherpe randen van het gips afplakken.
Controleren van de gipsbroek
Uw kind draagt de gipsbroek dag en nacht. Het kan vaak zelf nog niet goed aangeven of er iets pijn doet of knelt. Controleer daarom dagelijks of de broek nog goed zit. Controleer hierbij:
- of het gips niet te strak zit en niet knelt.
- of de tenen mooi roze zijn.
- of de voeten niet te koud of te warm zijn.
- of de tenen kunnen bewegen.
- of de tenen niet dikker worden.
- of uw kind goed recht in het gips blijft liggen.
- of er geen scherpe randjes aan het gips zitten.
Denkt u dat er iets niet goed is of maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met de Gipskamer.
Handige links
Bij de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling(http://www.heupafwijkingen.nl) kunt u hulpmiddelen bestellen of huren.