Vertel wat er aan de hand is
Uw kind merkt dat er iets is met het familielid. Vertel daarom wat er aan de hand is. Dat doet u op een manier die past bij de leeftijd en ontwikkeling van uw kind.
Sommige kinderen vinden het niet prettig om echt te gaan zitten voor een gesprek. Ze willen wel praten, maar liever tijdens een knutselmoment of voor het slapengaan. Dan voelen ze zich meer op hun gemak.
Soms moet u informatie meer keren herhalen. Herhaling van informatie is belangrijk voor kinderen.
Wees eerlijk
Vertel wat er aan de hand is. Vraag aan uw kind of het begrijpt wat u vertelde. Benoem uw eigen emoties, verdriet en/of ongeloof als die er zijn. Als u moet huilen, kunt u zeggen: `papa moet even huilen’. U hoeft uw eigen emoties niet te verbergen. Zo leert uw kind dat het heel normaal en goed is om bepaalde emoties te hebben bij een heftige gebeurtenis.
Respecteer de wensen van uw kind
Als kinderen aangeven iets spannend te vinden, praat er dan over. Zorg ervoor dat u samen met uw kind bekijkt hoe u het minder spannend kan maken. Ga kinderen niet dwingen, maar probeer uw kind mee te laten denken en samen afspraken te maken. Als uw kind niet mee op bezoek wil op de IC, respecteer dit. Er zijn meer manieren om uw kind toch actief te betrekken bij dit bezoek. Denk aan foto’s of een dagboekje bijhouden. Foto’s en een dagboek kunnen ook helpen om de opname op een later moment te verwerken/na te bespreken.
Luister en kijk naar het kind
Praten met kinderen betekent vooral: luisteren en kijken. Soms zijn kinderen nog te jong om te vertellen hoe het met ze gaat. Ze laten dat vaak met hun gedrag zien. Als kinderen zich anders gaan gedragen, kan dat betekenen dat ze ergens mee zitten. Dit zijn duidelijke signalen:
- Weer in bed plassen
- Heel erg aanhankelijk zijn
- Prikkelbaar zijn
- Niet kunnen slapen
- Verschillende klachten zoals buikpijn of hoofdpijn
Soms zijn de veranderingen in het gedrag niet zo duidelijk. Blijf daarom goed kijken naar uw kind. Wanneer u hier vragen over heeft, kunt u die stellen aan de medisch pedagogisch zorgverlener in het ziekenhuis.
Vast ritme
Regelmaat en een vast ritme geven kinderen rust en veiligheid. Bij problemen in het gezin, geeft het kinderen een vertrouwd gevoel als sommige dingen gewoon doorgaan. Zorg ervoor dat ze vaste dingen kunnen doen. Dat kan huiswerk maken, naar school of naar de sportclub gaan zijn.
Betrek bekenden
Eis niet van uzelf dat u als ouder alles alleen moet kunnen. Schakel anderen in: familieleden, buren, leerkracht, andere ouders, enzovoorts. Mensen die vertrouwd zijn voor uw kind of kinderen en waarbij ze zich op hun gemak voelen.
Vertel het op school
Het is belangrijk om de school, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang te vertellen dat 1 van de ouders op de IC ligt. Het kan zijn dat uw kind bijvoorbeeld minder goed op kan letten of zich op school anders gedraagt. Als de juf of meester weet wat er aan de hand is, kan uw kind beter begeleid worden. Vertel uw kind dat u de juf of meester weet wat er aan de hand is en dat het ook op school kan vertellen hoe het gaat.
Vertrouwenspersoon voor uw kind
Veel kinderen willen (ook) met iemand anders praten. Dat kan bijvoorbeeld een oom of tante, de buurvrouw of hun juf of meester zijn. Als ze bij een ander terechtkunnen, hoeven ze u niet steeds ‘lastig te vallen’. Soms is het voor hen prettig om juist met iemand te praten die iets minder direct betrokken is.
Hulp inschakelen
Het is logisch wanneer uw kind in het begin heftig reageert op de hele situatie. Blijft uw kind last houden, dan is het verstandig om gespecialiseerde hulp in te schakelen. Bespreek uw zorgen met het verplegend personeel van de IC of de huisarts. Deze kan verwijzen naar professionele hulpverlening.
Het allerbelangrijkste is laten zien dat u van uw kind houdt. Als u duidelijk maakt dat u van uw kind houdt, dan kunnen kinderen veel moeilijke situaties aan. Elke vader of moeder heeft een eigen manier om dat duidelijk te maken, met een knuffel, een aai, een knipoog of met lieve woordjes.