Vastzetten gewricht tussen sprongbeen en scheepsvormig bot

Talonaviculaire artrodese

Een talonaviculaire artrodese is een operatie waarbij het gewricht tussen het sprongbeen (talus) en het scheepsvormige bot (naviculare) in de voet wordt vastgezet. Deze ingreep wordt uitgevoerd bij ernstige artrose (slijtage), standsafwijkingen of instabiliteit die niet voldoende verbeteren met conservatieve behandelingen zoals steunzolen, orthopedische schoenen, of fysiotherapie.

Klachten die kunnen leiden tot een talonaviculaire artrodese:

  • Chronische pijn in de middenvoet door ernstige slijtage van het gewricht.
  • Standsafwijkingen zoals een platvoet. 
  • Instabiliteit en verminderde belastbaarheid van de voet met pijnklachten bij lopen en staan.
  • Instabiliteit in de middenvoet die niet reageert op andere behandelingen.

De operatie

  • U krijgt een ruggenprik (verdoving van de benen) of een algehele narcose.
  • De orthopedisch chirurg maakt een snede aan de binnenzijde van de voet.
  • Het resterende kraakbeen in het talonaviculaire gewricht wordt verwijderd, zodat de botten goed tegen elkaar kunnen vastgroeien.
  • De botten worden in de juiste positie gebracht en vastgezet met schroeven en/of platen om het gewricht stabiel te houden tijdens het genezingsproces.
  • De wond wordt dichtgemaakt en u krijgt een gipsverband. Het gipsverband zorgt ervoor dat u de voet niet kunt bewegen.

Na de operatie

Naar huis                                                                                       

Meestal blijft u na de operatie 1 nacht in het ziekenhuis.

Leefregels voor thuis

  • U krijgt direct na de operatie een gipsspalk om de voet en het onderbeen.
  • Na 2 weken wordt op de gipskamer het gips gecontroleerd en als het nodig is vervangen. De hechtingen worden verwijderd. 
  • In totaal draagt u 12 weken gips. De eerste 6 weken mag u er niet op lopen. Daarna krijgt u nog 6 weken loopgips.
  • Zolang uw been in het gips zit, krijgt u een middel dat het bloed verdunt. Dat zorgt ervoor dat u geen trombose krijgt.

Beweging en belasting

  • De eerste 6 weken mag u niet op de geopereerde voet staan of lopen. U gebruikt krukken en/of een rolstoel.
  • Na deze 6 weken wordt beoordeeld of u mag beginnen met het belasten van de voet in gips, meestal met behulp van loopgips. 

Revalidatie

  • Na 12 weken start u, soms onder begeleiding van een fysiotherapeut, met revalidatie om de mobiliteit en kracht van de voet te herstellen.
  • U krijgt oefeningen mee voor thuis. Voor sneller herstel is het belangrijk dat u de oefeningen regelmatig doet. 

Hersteltijd

Het volledig herstel na deze operatie is wisselend. Meestal duurt het 6 maanden tot 1 jaar voordat u weer volledig uw normale activiteiten kunt hervatten.   

Controles

Na 2 weken

We controleren de wond en verwijderen eventuele hechtingen op de gipskamer

Na 6 weken

U heeft een afspraak bij de orthopedisch chirurg. Met röntgenfoto's beoordelen we de botgenezing. Als het bot goed geneest, krijgt u loopgips. 

Na 12 weken

U heeft een afspraak bij de orthopedisch chirurg. Er worden opnieuw röntgenfoto's gemaakt om de verdere genezing te beoordelen. Afhankelijk van de klachten kan nog een walker (medische schoen) worden aangemeten voor aanvullende ondersteuning voor 4 weken.

Complicaties

De volgende complicaties komen soms voor:

  • Infectie van de wond
  • Trombose; Bij trombose ontstaat er een stolsel in een bloedvat, meestal in de kuitader. Het onderbeen is pijnlijk, wordt erg dik en glanzend.
  • Niet goed vastgroeien van de botten (pseudoartrose).
  • Gevoelloosheid of tintelingen rondom het operatiegebied.

Vragen

Voor vragen kunt u contact opnemen met de orthopedieconsulent tijdens het telefonisch spreekuur.

Dit kan van maandag tot en met vrijdag tussen 10.00 en 12.00 en tussen 13.00 en 15.00 uur op telefoonnummer 0344 67 46 76.