Longonderzoek (bronchoscopie)

Een broncho-alveolaire lavage is een longonderzoek (bronchoscopie) waarbij er met spoelvloeistof wordt gespoeld. De spoelvloeistof wordt in uw longen gebracht, daarna direct weer opgezogen en opgestuurd voor onderzoek. 

Voorbereiding

Ter voorbereiding op het onderzoek zijn een aantal punten van belang: 

Eten en drinken

  • U mag tot 8 uur voor het onderzoek niets meer eten of drinken.
  • Medicijnen kunt u tot 2 uur voor het onderzoek nog innemen met een slokje water.

Bloedafname

Op de dag van het onderzoek moet u voor het onderzoek in het ziekenhuis bloed laten afnemen. U krijgt hier instructies voor vanuit de polikliniek Longgeneeskunde. Na de bloedafname krijgt u de buisjes mee en geeft u ze af bij de Endoscopie.

Medicijnen

Tijdens het voorgesprek heeft u met de longarts of verpleegkundig specialist besproken welke medicijnen u gebruikt. Het is belangrijk dat u in het gesprek heeft vermeld of u bloedverdunners gebruikt. Uw specialist of verpleegkundig specialist bespreekt dan met u wat u moet doen met uw antistollingsmedicatie (bloedverdunners).

Stop nooit naar eigen inzicht met het gebruik van bloedverdunners, hartmedicatie of “pufjes” voor uw longaandoening, maar overleg dit eerst met uw behandelend arts.De medicijnen die u mag gebruiken van de arts kunt u met een slokje water tot 2 uur voor het onderzoek innemen.

Vervoer

Zorg dat u met een begeleider naar het onderzoek komt. U mag 24 uur niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Regel van tevoren vervoer naar huis. U mag alleen onder begeleiding het ziekenhuis verlaten en ook niet alleen met de taxi of het openbaar vervoer reizen. De begeleiding blijft tijdens het in de wachtkamer en krijgt na het onderzoek (als u dat op prijs stelt) nog een beknopte uitleg over het verloop.

Slaapmiddel

Het kan zijn dat in het gesprek met uw behandelend arts is besproken dat u voor dit onderzoek een slaapmiddel krijgt. U krijgt dan ook nog een afspraak bij de anesthesioloog.

Heeft u OSAS (slaapapneu ’s) geef dit dan door aan uw behandelend arts. Als u behandeld wordt met CPAP kan het nodig zijn om uw
eigen apparaat mee te nemen. Zo nodig kan dan tijdens/na het onderzoek de CPAP gebruikt worden totdat het slaapmiddel helemaal is uitgewerkt.

Het onderzoek

Voor het onderzoek 

Voor het onderzoek verdooft de verpleegkundige uw keel en/of neus. Dit is nodig om de hoestprikkel weg te nemen. Het verdoven gebeurt in twee fases: Sprayen en druppelen.

Sprayen

De verpleegkundige verdooft uw mond en keel enkele malen met een
verdovingsspray. Deze spray veroorzaakt een dik, stijf gevoel in de keel. Ook kunt u het gevoel hebben dat het slikken moeilijker gaat. Dit heeft geen invloed op de ademhaling of ruimte in de keel. De spray heeft een bittere smaak.

Druppelen

Tenslotte druppelt de verpleegkundige nog wat verdovingsvloeistof direct in de luchtpijp. Dit kan even een hoestprikkel opwekken. Als u een gebitsprothese hebt, vragen we u vóór het verdoven om deze uit te doen. Het verdoven duurt ongeveer 15 minuten.

Slaapmiddel

Als met u afgesproken is dat u een slaapmiddel krijgt toegediend dan krijgt u voor het onderzoek een infuusnaald ingebracht in uw arm. Via deze infuusnaald wordt het slaapmiddel toegediend. Tijdens het onderzoek wordt uw bloeddruk, hartslag en uw ademhaling gecontroleerd.

Tijdens het onderzoek

In de bronchoscopiekamer neemt u plaats op een bed. U krijgt een apparaatje aan uw vinger waarmee tijdens het onderzoek uw zuurstofgehalte en hartslag wordt gecontroleerd. Het kan zijn dat u tijdens het onderzoek wat extra zuurstof toegediend krijgt, via een sponsje in de neus.

De arts brengt nu het slangetje via uw mond en keel naar de lucht- wegen. Dit kan even een hoestprikkel geven. Als het slangetje is ingebracht krijgt u een beschermend mondbitje tussen de tanden om te voorkomen dat u op het slangetje bijt. U kunt tijdens het onderzoek gewoon doorademen, de luchtwegen zijn vier keer zo ruim als het
ingebrachte slangetje.

Het kan ook voorkomen dat de arts het slangetje niet via de mond, maar via de neus inbrengt om de longen te onderzoeken. Vooraf worden beide neusgaten verdooft, zodat u hier niets van voelt. Sommige delen van de luchtwegen zijn vooraf moeilijk te verdoven. Uw arts kan die plekken tijdens het onderzoek via het slangetje extra verdoven. Zo heeft u zo min mogelijk last van hoesten. Als u toch wat last heeft van een hoestprikkel kunt u het beste wat korte zuchtjes maken.

Het onderzoek zelf duurt ongeveer 5 tot 20 minuten.


Biopten en kweek

Soms wordt er tijdens het onderzoek via de bronchoscoop wat slijm afgezogen (kweek) of een klein stukje weefsel (biopt) weggenomen voor microscopisch onderzoek. Hier voelt u niets van. 

 

Na het onderzoek

Na het onderzoek gaat u naar de afdeling dagopname. Als u bent opgenomen in het ziekenhuis, dan wordt u na het onderzoek teruggebracht naar de verpleegafdeling.


Het kan zijn dat u een tijdje een geïrriteerd gevoel in uw keel hebt. Ook kan het zijn dat u na het onderzoek nog wat bloederig slijm ophoest. Dit is vervelend, maar u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.


Na het onderzoek mag u anderhalf uur niet eten of drinken. Doordat uw keel nog ongevoelig is door de verdoving zou u zich kunnen verslikken. Na anderhalf uur mag u eerst een slokje water proberen. Indien het slikken goed gaat dan mag u alles weer eten en drinken.

De uitslag

De longarts die het onderzoek verricht, geeft u in het kort een voorlopige
uitslag. U krijgt de volledige uitslag van uw behandelend arts bij de volgende afspraak of (als u bent opgenomen) op de verpleegafdeling.
Wanneer er weefselstukjes zijn weggenomen duurt het 5 werkdagen voordat de uitslag hiervan bekend is.