Onderzoek naar bloed in poep

Voor het onderzoeken of er bloed in uw poep zit, krijgt u een buisje met vloeistof mee. Let op: twee dagen voor het testen van de poep, mag u de volgende medicijnen niet innemen: aspirine, indomethacine, fenylbutazon, corticosteroïden en reserpine.

Voorbereiding

Wij raden u aan om enkele dagen voor het verzamelen van de poep, vezelrijk voedsel te eten (bijvoorbeeld volkorenbrood, zemelen en noten). Drink ook zo min mogelijk alcohol. 

Verder wordt u verzocht twee dagen voor het verzamelen de poep, uw gebit uitsluitend met een zachte borstel te poetsen om bloedend tandvlees te voorkomen.

Let op

U mag geen monster van de poep meenemen als u:

  • last heeft van bloedende aambeien
  • bloed verliest bij het plassen
  • ongesteld bent (wacht drie dagen nadat u voor het laatst ongesteld bent geweest met het verzamelen van poep)

Bewaar het buisje met vloeistof buiten het bereik van kinderen. 

Het onderzoek

  1. Ga naar het toilet en zorg dat uw ontlasting op het papier valt. Er mag geen water of urine bij uw ontlasting komen, leg daarom voldoende velletjes in het toilet.
  2. Nadat u een portie poep heeft verzameld maakt u het 
    buisje open (laat de vloeistof er in zitten!). Aan het dopje zit 
    een staafje met een geribbeld puntje.
  3. Prik het geribbeld puntje op vier verschillende plaatsen in de poep. Er hoeft maar een klein beetje poep aan de puntjes te zitten. Te veel zorgt ervoor dat de test niet kan worden onderzocht.
  4. Stop het staafje terug in het buisje en draai het dopje vast. Het staafje komt in het deel van het buisje dat gevuld is met de vloeistof. Dit kan een beetje troebel worden. Dit is normaal.
  5. Breng het buisje, samen met het aanvraagformulier, z.s.m. 
    tijdens kantooruren naar één van de locaties van het laboratorium. Het afgeven van het buisje gebeurt op afspraak. Deze plant u zelf in, in de digitale agenda: Ziekenhuis Rivierenland - Online afspraak plannen bloedafname(https://www.ziekenhuisrivierenland.nl/afdelingen/laboratorium/bloedafname)

 

De uitslag

Uw specialist of huisarts informeert u bij het volgende bezoek over de uitslag van het onderzoek.