Arthroscopische subacromiale decompressie van de schouder

Voordat de orthopedisch chirurg (arts) besluit uw schouder te opereren, wordt geprobeerd uw schouderklachten te verminderen met fysiotherapie. Helpt fysiotherapie niet genoeg? U krijgt dan een injectie met pijnstillende en ontstekingsremmende medicijnen in de schouder. Helpt ook deze injectie niet genoeg, dan kijkt de arts of uw schouder geopereerd kan worden.

Voor de operatie zal de orthopedisch chirurg (arts) u onderzoeken. Hij of zij vraagt naar uw klachten en hoe u op de eerdere behandelingen heeft gereageerd. Ook krijgt u een lichamelijk onderzoek en worden er röntgenopnamen van de schouder gemaakt.

Om ervoor te zorgen dat u geen pijn voelt tijdens de operatie, krijgt u een verdoving. Bij een kijkoperatie van de schouder zijn verschillende vormen van verdoving mogelijk. U krijgt in ieder geval altijd een plaatselijke verdoving. Als het nodig is krijgt u een algehele verdoving erbij.

Door één insteekopening achter op uw schouder brengt de orthopedisch chirurg het kijkinstrument in. In dit kijkinstrument zit een camera waarmee hij of zij de binnenkant van uw schouder sterk vergroot op een beeldscherm kan zien. Via de andere insteekopeningen voert de chirurg de operatie uit. Nadat de chirurg de schouder goed heeft bekeken, verwijdert hij of zij een deel van de onderkant van het schouderdak. Hierdoor wordt de ruimte voor de pezen groter. Daardoor raken de pezen tijdens het bewegen van de bovenarm minder beklemd. Hierdoor zullen de klachten geleidelijk verminderen.

Na de operatie krijgt u een verband om uw schouder. Om uw arm te ondersteunen, krijgt u een sling. Een sling is een band die u om uw nek hangt en waarin u uw arm kunt leggen. U moet de sling ongeveer zes weken dragen.

De eerste dag na de operatie kunt u wat pijn voelen. De fysiotherapeut komt bij u langs en legt uit welke oefeningen u moet doen. Het is belangrijk om direct te beginnen met slingeroefeningen, ook al doen deze bewegingen wat pijn. Met deze oefeningen kunt u verklevingen in uw schouder voorkomen. Door verklevingen kan uw schouder vast gaan zitten (frozen shoulder). De verpleegkundige controleert de wond en verwijdert het verband. U mag douchen. Douche niet te lang. Zo voorkomt u dat de wond week wordt.

Als de controles goed zijn en de fysiotherapeut tevreden is over hoe u de oefeningen doet, mag u de eerste dag na de operatie naar huis.

•  U krijgt een afspraak mee voor een controle in het ziekenhuis. De orthopedisch chirurg beoordeelt dan het resultaat van de operatie.
• Als het nodig is, krijgt u recepten mee voor medicijnen.
• Als het nodig is, krijgt u een machtiging en een overdracht mee voor fysiotherapie.
• Na ongeveer twee weken worden de hechtingen verwijderd. U krijgt hiervoor een afspraak. Deze ontvangt u via de post.
• Door de operatie, de sling en de narcose kunt u niet zelf deelnemen aan het verkeer. Regel daarom dat iemand u komt halen.

Lees voor meer informatie de folder 'Arthroscopische subacromiale decompressie van de schouder'. 

Mocht u na het lezen van deze informatie of na de operatie nog vragen hebben, dan kunt u de orthopedisch consulente bellen. 

• Orthopedieconsulent telefonisch spreekuur (0344) 67 46 76 - maandag tot en met vrijdag tussen 11.00 en 12.00 uur