Injectie bij schouderpijn (nervus suprascapularis)
De nervus suprascapularis-injectie schakelt de grote zenuw van de schouder (de nervus suprascapularis) tijdelijk uit. Hierdoor vermindert de pijn. Er zijn twee behandelingen mogelijk: lokale injectie van de zenuw met medicijnen (verdovingsvloeistof en corticosteroïden) en PRF-stroombehandeling (pulsed radiofrequente) van de zenuw.
Meer over
Schouderklachten kunnen verschillende oorzaken hebben:
- Een scheur van de schouderkapselspieren (cuffruptuur)
- Verkalking van de schouder (peri-arthritis humeroscapularis)
- Slijtage in het schoudergewricht (artrose)
- Vastzittende stijve schouder (frozen shoulder)
Voorbereiding
Er zijn twee verschillende injecties waarmee de schouderpijn behandeld kan worden:
Lokale injectie van de zenuw met verdovingsvloeistof
U krijgt op de plaats van de zenuw een injectie met een verdovingsvloeistof. U kunt dit vergelijken met de verdoving die u krijgt bij de tandarts. Aan de verdovingsvloeistof zijn corticosteroïden toegevoegd. Corticosteroïden zorgen ervoor dat de injectie langer werkt. De verdovingsvloeistof werkt al na enkele minuten en duurt anderhalf tot twee uur. De corticosteroïden gaan na een paar dagen of een paar weken goed werken.
PRF-stroombehandeling (pulsed radiofrequente) van de zenuw
De PRF-stroombehandeling wordt vaak gegeven nadat de lokale injectie van de zenuw is uitgewerkt. Bij de PRF-behandeling krijgt de zenuw ongeveer vier minuten een stroompje (45 Volt) toegediend. Dit gebeurt met een naald. Hierdoor zal de zenuw veel minder pijn doorgeven. Het kan vier tot zes weken duren voordat u weet of de PRF-behandeling het gewenste effect heeft gehad.
Wat willen we van u weten voor de behandeling?
- Gebruikt u bloedverdunners (antistollingsmedicatie)? Bespreek dit vooraf met uw medisch specialist. Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met uw bloedverdunners voor de behandeling.
- Bent u zwanger? U kunt de behandeling dan niet ondergaan omdat de ingespoten stoffen schadelijk kunnen zijn voor de baby.
- Bent u overgevoelig of allergisch voor bepaalde medicijnen of voor latex? Geef dit voor de behandeling aan ons door.
- Bent u overgevoelig voor jodium, pleisters, contrastvloeistof of verdoving? Geef dit voor de behandeling aan ons door.
- Heeft u een pacemaker/ICD? Geef dit vooraf aan uw behandelaar door. In overleg met u worden dan extra voorzorgsmaatregelen getroffen.
Behandeling
Bij de nervus suprascapularis-injectie worden twee medicijnen in uw schouder gespoten: een verdovingsvloeistof en corticosteroïden.
- U gaat op een stoel zitten. Uw behandelend pijnspecialist staat of zit achter u.
- U moet uw schouder bloot maken.
- Als het nodig is wordt uw schouder gescand met het echo-apparaat. De pijnspecialist kan dan uw zenuw opzoeken op een monitor. Dit doet geen pijn.
- Daarna brengt de pijnspecialist een naald in ter hoogte van het schouderblad.
- De pijnspecialist geeft met de naald een elektrische prikkel. Hij of zij zoekt naar spiersamentrekkingen (klopjes en schokjes) in de zenuw van de schouder.
- Daarna dient de pijnspecialist verdovingsvloeistof toe.
- Op het echoapparaat kan de pijnspecialist zien hoe de verdovingsvloeistof zich verspreidt. Als de verdovingsvloeistof zich niet op de juiste plaats verspreidt, moet de naald soms worden verplaatst. Dit kan wat vervelend aanvoelen.
- Na de behandeling kunt u zich weer aankleden.
- U gaat terug naar de rustruimte.
- Na een half uur komt de pijnspecialist bij u langs. Hij of zij vraagt of de pijn door de injectie minder is geworden.
Na behandeling
Uw schouder kan de eerste 6 tot 24 uren zwaar aanvoelen. U kunt de schouder nauwelijks bewegen omdat de zenuw tijdelijk is verdoofd. Ondersteun de geprikte arm/schouder daarom zo veel mogelijk. Zo voorkomt u dat uw arm ergens achter blijft hangen. Let er ook op dat u tijdens het slapen niet op die arm gaat liggen. De tijdelijke gevoelloosheid in uw arm en schouder is ook de reden dat u niet zelf aan het verkeer kunt deelnemen op de dag na de behandeling.
Heeft de behandeling bijwerkingen?
- Na de behandeling kunt u pijn krijgen. Deze napijn duurt ongeveer een week en verdwijnt daarna vanzelf.
- Een enkele keer kan een allergische reactie optreden op de ingespoten stoffen.
- Heeft u diabetes? Uw bloedsuikers kunnen wat ontregeld raken door corticosteroïden. Zeg daarom altijd tegen uw pijnspecialist dat u diabetes heeft. Dan kan uw bloedsuiker na de injectie goed worden gecontroleerd.
- Vrouwen kunnen opvliegers krijgen door corticosteroïden. Ook kan de menstruatie eerder of later komen.
- Soms kan de zenuw geraakt worden. Dan houdt de pijn langer aan. U kunt dan contact opnemen met uw pijnspecialist zodat u wat extra medicijnen krijgt.
Leefregels na de behandeling
Het is belangrijk dat u na de behandeling doorgaat met de schouderoefeningen onder begeleiding van de fysiotherapeut. Zo leert u de schouder weer beter te gebruiken.
Wanneer kunt u minder pijn verwachten?
Het beste resultaat kunt u vier tot zes weken na de behandeling verwachten.
Folders
Lees voor meer informatie de folder 'Injectie bij schouderpijn'.
Contact
Heeft u vragen direct na de behandeling?
- Heeft u de eerste 24 uur na de behandeling klachten of vragen? Neem dan contact op met de Spoedeisende Hulp (0344) 67 42 54.
- Heeft u 24 uur na de behandeling klachten? Neem dan contact op met uw huisarts of de huisartsenpost.
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, stel deze dan gerust. Uw behandelend pijnspecialist geeft u graag meer informatie.
- Polikliniek pijnbestrijding (0344) 67 40 64 - maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur
- Mail ons poli.pijnbestrijding@zrt.nl
- Secretariaat pijnbestrijding (0344) 67 44 63
- Mail ons secretariaat.ane@zrt.nl