Kunstmatige beademing met beademingsbuis

Iedereen ademt 24 uur per dag. We zijn ons hiervan meestal niet bewust. Totdat het ademhalen opeens veel inspanning kost. Dit kan bijvoorbeeld als iemand een ziekte heeft aan de longen. Bij ernstige ziekten kunnen de longen niet meer genoeg zuurstof opnemen en/of koolzuur afstaan. Dan kan kunstmatige beademing levensreddend zijn.

De behandeling

De beademingsmachine staat meestal naast het bed bij het hoofdeinde. Om te kunnen beademen wordt de patiënt eerst onder narcose gebracht. Daarna wordt een beademingsbuis (een tube) via de mond en in sommige gevallen via de neus ingebracht. Hierna wordt de beademingsmachine aangesloten.

De aanwezigheid van de tube en de beademing zelf, kunnen voor de patiënt vervelend zijn. Het kan veel stress geven. Daarvoor krijgt de patiënt medicijnen. Hij of zij zal hierdoor slaperig worden en minder last hebben van de tube. De slaap kan variëren van diepe tot lichte slaap. Sommige mensen zijn wakker.

Contact met de patiënt

Door de slaapmedicatie en de tube kan contact maken met de patiënt moeilijk zijn. Op de volgende manieren kunt u toch contact hebben:

  • Is de patiënt in een lichte slaap? U kunt dan eenvoudige vragen stellen waarop hij of zij kan antwoorden door ja te knikken of nee te schudden. Ook kunt u gebruikmaken van een iPad of letterbord. Beide zijn aanwezig op de Intensive Care.
  • Is de patiënt in een diepe slaap? Wij gaan ervan uit dat hij of zij u toch kan horen. Hij of zij voelt waarschijnlijk dat u er bent.
  • Muziek kan een rustgevende invloed hebben.
  • U kunt met de familie een dagboek bijhouden. Vaak helpt dit om deze moeilijke periode te verwerken. 

Verzorging

Door de tube kan de patiënt niet zelf het slijm uit de longen ophoesten. Het kan zijn dat de verpleegkundige dit slijm moet wegzuigen met een slang. De patiënt kan hierdoor benauwd worden. Dat is niet prettig om te zien. Als u daar niet tegen kunt, wacht dan even op de gang.

Door de tube kan de patiënt niet normaal eten en drinken. Hij of zij krijgt voeding via een maagslang (sondevoeding). Soms is dit ook dit niet mogelijk. Dan krijgt uw naaste voeding via een infuus.

Na de behandeling

Zodra het beter gaat, moet de patiënt opnieuw “leren” ademen. Wij 
noemen dit het ontwennen van de beademing (weanen). Het verschilt per persoon hoe lang dat duurt. Het is vaak een kwestie van tijd en geduld. Wanneer de ademhaling goed blijft, zal de arts van de Intensive Care de beademingsbuis laten verwijderen. Als de buis is weggehaald, kan de patiënt last hebben van een pijnlijke keel, slikklachten en een hese stem. Probeer daarom in het begin niet te veel met elkaar te praten.