Neuscorrectie (Rhinoplastiek)

Bij een neuscorrectie corrigeert de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) de uitwendige en inwendige vorm van de neus. De neus bestaat uit bot, kraakbeen, weke delen en huid. Een neuscorrectie is soms nodig om de functie van de neus te verbeteren. Meestal gaat het dan om het verminderen van neusverstoppingsklachten. Een scheefstand van de neus
heeft vaak ook een negatieve invloed op de functie van de neus. Een neuscorrectie wordt ook verricht in verband met cosmetische wensen (bijvoorbeeld: opheffen van scheefstand of bochel op de neus, corrigeren van de vorm van de neuspunt).

Afdeling

Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO)

Lees meer

Meer over

Als u een neuscorrectie overweegt, is het belangrijk dat u realistische verwachtingen heeft over de resultaten van de operatie. Uw KNO-arts vertelt u meer over de mogelijkheden en onmogelijkheden van uw neuscorrectie. Bedenkt u wel dat de vorm van uw neus blijvend verandert. Een perfect resultaat kunnen wij nooit garanderen. Het doel van de operatie is vooral een verbetering aanbrengen in uw bestaande situatie. Het resultaat kan anders zijn dan u zich heeft voorgesteld. Daarom is het belangrijk dat u uw wensen in het gesprek met de KNO-arts voor de operatie nauwkeurig bespreekt. Zo krijgt u een duidelijk beeld wat u wel en niet kunt verwachten van de ingreep.

Voorbereiding

Zoals bij elke operatie kan na een neuscorrectie ook een nabloeding, een ontsteking van de wond of een verstoorde wondgenezing optreden. Dit komt echter zelden voor. Tijdens of na de operatie kunnen complicaties ontstaan, die een negatieve invloed op het uiteindelijke resultaat kunnen hebben. Een voorbeeld is dat na verloop van tijd de neus toch
weer iets in de oorspronkelijke stand gaat staan. Ook komt het voor dat de neus niet helemaal symmetrisch is. Het resultaat van de operatie wordt niet alleen door de KNO-arts bepaald maar ook door de kwaliteit van het weefsel van de neus (bijvoorbeeld de dikte van de huid) en van de uitgangspositie van de neus. In een uitzonderlijk geval is een tweede operatieve correctie nodig.

Behandeling

De KNO-arts voert de neuscorrectie uit onder algehele narcose. Hij maakt alleen snedes aan de binnenkant van uw neus. Heel zelden is het nodig dat de KNO-arts ook uitwendige snedes maakt, maar dat bespreekt hij met u voor de operatie. Via de inwendige snedes kan de KNO-arts de binnenkant en de buitenkant van uw neus veranderen.

Na behandeling

Na de operatie zit er een kapje op uw neus en heeft u tampons in uw neus. U kunt de eerste dagen niet door uw neus ademen. De KNO-arts verwijdert de tampons na 2 tot 3 dagen. Het kapje op uw neus mag er meestal na 5 dagen af. Na het verwijderen van de tampons is het nodig zalf in uw neus te gebruiken. Door de zalf vermindert de korstvorming in uw neus en dit versnelt de genezing. Over het algemeen valt de pijn na de operatie mee. U kunt eventueel een pijnstiller innemen (bij voorkeur paracetamol).

Na de operatie kunt u last hebben van:

  • Een gezwollen gezicht
  • Een bloeduitstorting bij de oogleden. Dit veroorzaakt een zwelling met blauw/paarse verkleuring. Deze verkleuring kan enkele weken zichtbaar blijven. 
  • Een gezwollen neus. Dit kan enkele maanden aanhouden.
  • Tijdelijke gevoelloosheid van de neus en bovenlip.

Wij adviseren u de volgende leefregels goed in acht te nemen:

  • Na de operatie mag u de eerste weken uw neus niet snuiten. Voorzichtig ‘ophalen’ mag wel. 
  • De eerste weken na de operatie mag u ook geen zwaar lichamelijke inspanningen verrichten (sport, zwaar tillen, enzovoort).

Contact

Vragen

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u bellen met: 

  • Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) (0344) 67 40 58 - maandag tot en met vrijdag van 8.30-12.00 uur ’s ochtends en van 13.00-16.30 uur ’s middags