Operatie voor inspanningsurineverlies bij de vrouw

Bij stressincontinentie verliest u urine als u zich lichamelijk inspant, bijvoorbeeld bij tillen en sporten. Daarom wordt het ook inspanningsurineverlies genoemd. Bij stressincontinentie werkt de sluiting van de blaas onvoldoende. Dit komt meestal doordat de bekkenbodemspieren niet goed meer werken en/of de bekkenbodem verslapt is. De bekkenbodemspieren ondersteunen de blaas.

Afdeling

Urologie

Lees meer

Meer over

De meeste vrouwen krijgen eerst fysiotherapie om de bekkenbodemspieren te versterken. Dit is vaak al voldoende om de klachten te verhelpen. Een operatie is dan niet nodig.
Inspanningsurineverlies kan ook behandeld worden met een operatie. Dit is een oplossing als fysiotherapie niet helpt. Bij de operatie wordt een kunststofbandje onder de plasbuis geplaatst. Deze operatie wordt al uitgevoerd sinds de jaren negentig van de vorige eeuw, maar is sindsdien sterk verbeterd.

Voorbereiding

U wordt voor deze ingreep een of twee dagen opgenomen in het ziekenhuis. 

U moet zich op de avond of ochtend voor de operatie scheren. Van de afdeling Opname heeft u te horen gekregen of u nuchter moet komen of een licht ontbijt mag gebruiken. Ook weet u welke medicijnen u wel of niet moet innemen. Het kan zijn dat u op advies van uw arts bent gestopt met het nemen van bloedverdunners. U krijgt voorbereidende medicijnen voor de verdoving. Zorg dat u voor de operatie nog even plast, zodat uw blaas leeg is. Meestal krijgt u ongeveer drie kwartier voor de operatie een tabletje om wat rustig te worden.

Behandeling

Bij de operatie wordt een kunststofbandje net onder de plasbuis geplaatst en aan het bekken vastgezet. Meestal hoeft de uroloog alleen een klein sneetje te maken onder de plasbuis aan de voorkant van de vagina. Soms worden ook nog twee kleine sneetjes in de lies gemaakt. Uw blaas wordt leeg gehouden met een slang (katheter). In uw vagina krijgt u
een tampon om een bloeding te voorkomen. De katheter wordt aan het eind van de ingreep verwijderd. De tampon een uur later.

Na behandeling

Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer. Als de narcose is uitgewerkt, wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. Op de afdeling controleert de verpleegkundige uw bloeddruk en hartritme. Ook probeert u zelf te plassen. Na het plassen wordt een echo gemaakt om te controleren of er urine in de blaas achterblijft. Als er urine in uw blaas achterblijft of als u helemaal niet zelf kunt plassen, krijgt u opnieuw een katheter. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken, dit komt vaker voor. De volgende dag lukt het bijna altijd, soms met behulp van medicijnen. U kunt een klein beetje bloed verliezen uit het wondje bij uw vagina. Bij het plaatsen van het bandje kan een bloeding optreden. Dit is meestal niet erg. U krijgt medicijnen tegen de pijn. Houdt u toch pijn, dan kunt u dit tegen de verpleegkundige zeggen. Hij of zij kan u na overleg met de arts sterkere pijnstillers geven. U heeft een infuus in uw hand of arm. Als u na de operatie weer normaal kunt eten en drinken, wordt het infuus eruit gehaald. Een enkele keer lukt het niet om zelf te plassen in de dagen na de operatie. U gaat dan naar huis met een tijdelijke katheter óf in het ziekenhuis leren ze u hoe u uw blaas kunt leegmaken met een katheter. Op de dag van de ingreep krijgt u antibiotica om een blaasontsteking te voorkomen. Meestal kunt u op de dag van de operatie alweer naar huis.

Voordat u naar huis gaat, worden met u afspraken gemaakt voor controles:

  • Na twee weken heeft u een afspraak met de verpleegkundige op de polikliniek Urologie.
  • Na acht weken heeft u een afspraak met de uroloog. De uroloog kijkt tijdens de controle of u goed bent hersteld.

Lees meer informatie in de folder Operatie voor inspannings-urineverlies bij vrouwen

Contact

Heeft u nog vragen, stel deze dan gerust. De medewerkers van de afdeling Urologie geven u graag meer informatie. 

  • Polikliniek Urologie (0344) 67 40 40 – maandag tot en met vrijdag van 08.30 uur 's ochtends tot 16.30 uur 's middags.