Tracheostoma

Een tracheostoma is een opening (stoma) in de voorkant van uw hals. Hierdoor wordt een buis (canule) geplaatst in de luchtpijp waardoor u kunt ademhalen of beademend kunt worden. 

Als u moeite heeft met ademhalen, wordt vaak eerst een buis (een tube) door de mond in uw luchtpijp geplaatst. U kunt dan door de buis ademen of beademd worden. Soms besluit de arts om een tracheostoma aan te leggen. De arts kiest hiervoor in de volgende situaties:

  • Uw luchtwegen zijn opgezet na bestraling, verbranding, een operatie of een ongeluk. Hierdoor kunt u niet meer normaal ademhalen.
  • U heeft een tumor (gezwel) in en om het strottenhoofd, de mond en/of in de keelholte.
  • U heeft een aandoening aan uw zenuwen (neurologische aandoening), waardoor uw bewustzijn is verlaagd en/of waardoor u moeilijk kunt slikken en hoesten. Dit kan leiden tot infecties. Het overbodige slijm kan door de tracheostoma worden weggezogen.
  • U heeft voor langere tijd beademing nodig. Een tracheostoma veroorzaakt dan minder irritatie van uw mond en keel dan een tube die door de mond loopt.
  • Het kan moeilijk zijn om zelf weer te “leren” ademen nadat u kunstmatige beademing heeft gehad. Met een tracheostoma gaat dit vaak gemakkelijker. 

In de meeste gevallen is een tracheostoma tijdelijk. Als de oorzaak is verholpen, wordt de tracheostoma weggehaald.

Behandeling

Om de tracheostoma aan te leggen, krijgt u een kleine operatie. De operatie wordt gedaan door een arts van de Intensive Care of een Keel- Neus- en Oorarts. Dit kan gebeuren op de Intensive Care of op de operatiekamer. De arts maakt een kleine snee in de voorkant van uw hals. Door deze opening wordt een buis (tracheacanule) in uw luchtpijp geplaatst. Tijdens de operatie bent u onder volledige narcose. U merkt er dus niets van.

De eerste dagen na het plaatsen van een canule kunt u wat bloed  ophoesten.

De Cuff

De tracheacanule heeft aan het uiteinde meestal een cuff (ballon). Een opgeblazen cuff zorgt ervoor dat de lucht alleen door de tracheacanule naar de longen kan stromen. De in- en uitademing loopt dan alleen via de tracheostoma. Ook zorgt een opgeblazen cuff ervoor dat het speeksel uit de mond niet in de luchtwegen kan komen. Als u aan een beademingsmachine ligt, zal de cuff altijd opgeblazen zijn. Dit is nodig om u goed te kunnen beademen.

Na de behandeling

De tracheostoma wordt weggehaald als u weer zelfstandig kunt ademhalen. Wanneer dit is, hangt af van uw situatie. De tracheostoma wordt weggehaald als:

  • de zwelling minder is en u weer vrij kunt ademhalen. 
  • u weer zelfstandig kunt ademen, slikken en hoesten.

Na het verwijderen van de tracheostoma wordt de opening afgeplakt. Deze sluit vanzelf

Belangrijk om te weten

Praten met een tracheostoma

Om te kunnen praten moet er lucht langs de stembanden stromen. De 
trachea-canule ligt onder de stembanden. Wanneer de cuff is opgeblazen kan er geen lucht langs de stembanden stromen. U kunt dan niet praten. In de periode dat u beademd wordt, is het noodzakelijk dat de cuff is opgeblazen. In die periode kunt u dus niet spreken. U kunt dan communiceren door ja te knikken en nee te schudden. Ook kunt u ‘praten’ via een iPad. Deze is aanwezig op de Intensive Care.

Praten met een spreekklep

  • Als u van de beademing af bent, gaat u weer zelf ademen via de tracheostoma. Soms is het dan mogelijk om te praten. U kunt dit doen met behulp van een spreekklep. De cuff (ballon) is dan leeg. Er stroomt weer lucht langs de stembanden. Een verpleegkundige plaatst op de tracheacanule een spreekklep. U ademt in via de tracheacanule (klep is open) en ademt uit via de 
    mond (de klep is dicht).
  • Als de cuff (ballon) leeg is en als u genoeg kracht heeft, is het ook mogelijk om zonder spreekklep te spreken. Tijdens de uitademing sluit u met uw vinger de opening van de tracheacanule af. De uitgeademde lucht stroomt langs de stembanden. U kunt nu spreken.

Uw arts bepaalt wanneer de cuff wel of niet opgeblazen hoeft te zijn en of u een spreekklep krijgt.

Kunstneus

Bij een normale ademhaling bevochtigt het slijmvlies van de neus de ingeademde lucht. Bij een tracheostoma komt er relatief droge lucht binnen. Daardoor is de kans op een luchtweginfectie en opgedroogd slijm groter. Er wordt een bevochtigingsfilter op de tracheostoma geplaatst: “de kunstneus”

Eten en drinken met de tracheostoma

Als uw gezondheid het toelaat, is het mogelijk om te eten en te drinken met een tracheostoma. Is dit niet mogelijk, dan krijgt u voeding en vocht via een maagslang (sondevoeding) en/of een infuus. 

Verzorging van de tracheostoma

De verpleegkundige van de afdeling verzorgt de tracheostoma minimaal twee keer per dag. Hij of zij reinigt de huid rondom de stoma en maakt de canule schoon. Als het nodig is, zuigt de verpleegkundige slijm weg via de tracheacanule.