Verwijderen van stenen in de urineleider
De nieren halen afvalstoffen uit het lichaam. Deze afvalstoffen plast u uit. Soms lossen de afvalstoffen niet helemaal op. Ze vormen dan kleine steentjes. Dit worden nierstenen genoemd. Soms zijn de stenen te groot en kunnen ze vast komen te zitten in de urineleider, de buis tussen de nier en de blaas. U kunt ze dan niet meer uitplassen. Dit kan heel veel pijn doen in de onderbuik. U kunt infecties krijgen en uw nier kan slechter gaan werken. Dit zijn redenen om de nierstenen te verwijderen. Als stenen in de urineleider niet verwijderd kunnen worden met een niersteenvergruizer, kiest de arts voor een andere behandeling: ureterorenoscopie (URS). Dit is een kijkoperatie.
Behandeling
- De uroloog schuift een kijkbuisje via de plasbuis en de blaas door de opening van uw urineleider. Zo kan hij of zij de binnenkant van uw urineleider zien.
- Door de kijkbuis stroomt spoelvloeistof. De spoelvloeistof zorgt ervoor dat de urineleider wijder wordt. Daardoor kan de uroloog de kijkbuis makkelijker opschuiven tot de steen.
- De uroloog probeert de steen met speciale tangetjes en vangnetjes in een keer weg te halen.
- Direct na de operatie heeft u een slangetje (katheter) in de blaas.
- Als de steen te groot is wordt deze eerst verkleind. Dat gebeurt meestal met een laserapparaat. Daarna worden de restjes steen verwijderd.
- Tijdens de operatie worden röntgenopnames gemaakt. Hiervoor krijgt u een contrastmiddel in uw urineleider. Met het contrastmiddel kan de uroloog de urineleider en de plaats van de steen beter zien.
- Nadat de steen is weggehaald, wordt vaak tijdelijk een inwendig slangetje (JJ-katheter) in de urineleider achtergelaten. Dit zorgt ervoor dat de urine gemakkelijk van de nieren naar de blaas kan en dat u geen pijnaanvallen meer krijgt.
U wordt voor deze operatie één of twee dagen opgenomen.
Na behandeling
- Direct na de operatie heeft u een slangetje (katheter) in de blaas. Via dit slangetje loopt de urine uit de blaas in een zak. U hoeft dan niet zelf te plassen. Zo kan de wond tot rust komen. De urine kan in het begin wat rood zijn.
- Een enkele keer kan het slangetje het gevoel geven dat u constant moet plassen.
- Het slangetje kan ook pijn veroorzaken aan de top van de penis. Dit wordt ‘blaaskramp’ genoemd. Als u last heeft van blaaskramp, zeg dit dan tegen de verpleegkundige. Hij of zij kan u hiervoor medicijnen geven.
- Om te controleren of alle steenstukjes zijn verwijderd wordt soms na de operatie nog een röntgenopname gemaakt.
Als alles goed gaat mag u de dag na de operatie naar huis. In de volgende situaties kunt u contact met ons opnemen:
- U heeft koorts boven de 38.5 °C of u heeft langer dan 24 uur koorts boven de 38 °C.
- U heeft constante (buik)pijn die niet overgaat. Ook niet door het nemen van pijnstillers of vier keer per dag twee tabletten paracetamol van 500 mg.
Contact
Heeft u nog vragen, stel deze dan gerust. De medewerkers van de afdeling Urologie geven u graag meer informatie.
- Polikliniek Urologie (0344) 67 40 40 – maandag tot en met vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur 's ochtends en van 14.00 tot 16.00 uur
's middags. Buiten kantooruren neemt u contact op met de dienstdoende huisarts. Hij of zij verwijst u zo nodig door naar de uroloog.