Hystero Salpingografie

Een HSG is een poliklinisch onderzoek, dat plaats vindt tussen de 9e en 12e dag van de menstruele cyclus. Er wordt gebruik gemaakt van röntgenstralen, daarom vindt het onderzoek plaats op de afdeling radiologie (kamer 10, wachtruimte D). Tijdens het onderzoek worden de baarmoederholte en eileiders in beeld gebracht. Het al dan niet toe- en doorgankelijk zijn van de eileiders, kan hiermee met vrij grote zekerheid worden vastgesteld. Afwijkingen aan de baarmoederholte kunnen ook aan het licht komen. Door het inspuiten van een röntgencontrastmiddel in de baarmoederholte, worden de baarmoeder en eileiders zichtbaar gemaakt. Een dergelijk contrastmiddel bevat Jodium. Indien u een overgevoeligheid heeft voor Jodium, of al eerder een allergische reactie heeft gehad na het toedienen van contrastvloeistof, meldt u dit aan uw gynaecoloog.

Afdeling

Gynaecologie

Lees meer

Meer over

Met een Hystero Salpingografie kan een jonge zwangerschap worden verstoord. Het onderzoek moet dus voor de eisprong worden uitgevoerd. Ook mag het onderzoek niet tijdens de menstruatie plaatsvinden. Op de eerste dag van u menstruatie belt u naar de polikliniek Gynaecologie om een afspraak te maken. Wij gaan dan voor u een afspraak maken op de afdeling radiologie. Deze afspraak plannen we tussen de 9e en 12e dag van uw menstruele cyclus. Wanneer u van uzelf geen menstruatie heeft, dan vindt er ook geen eisprong plaats. Als dit het geval is kan het onderzoek altijd worden uitgevoerd en hoeft u geen rekening te houden met uw cyclus.

Voorbereiding

Het onderzoek is niet pijnloos. U kunt tijdens het onderzoek, menstruatieachtige pijn hebben, die overigens kort duurt en snel weer afneemt. Eventueel kunt u 1 tot 2 uur voor het onderzoek een pijnstiller innemen, bijvoorbeeld 50 mg Diclofenac of 1000 mg Paracetamol.

Onderzoek

De gynaecoloog voert het onderzoek uit, daarbij zal de röntgenlaborant de gynaecoloog assisteren en het röntgentoestel bedienen. U wordt in een kleedhokje geplaatst en gevraagd de onderkleding uit te trekken. U komt in rugligging op de onderzoekstafel te liggen, u trekt daarbij u knieën op. De gynaecoloog brengt een eendenbek (speculum) in en lokaliseert de baarmoedermond. De baarmoedermond wordt inwendig gereinigd (ontsmet) met jodium. Hierna brengt de gynaecoloog een ballonkatheter in (deze blijft zitten tot het einde van het onderzoek). Voor het inbrengen van de ballonkatheter kan de gynaecoloog gebruik maken van een tangetje om de baarmoedermond vast te pakken, dit kan een hevige pijnprikkel geven. De gynaecoloog kan u vragen om dan te hoesten, dit is om u af te leiden van een mogelijke pijnprikkel die kan ontstaan. Als de ballonkatheter in de holte van de baarmoeder is geschoven, wordt het ballonnetje opgeblazen en het speculum verwijderd. Daarna worden de benen gestrekt, en zal de gynaecoloog een röntgencontrastmiddel via de ballonkatheter opspuiten. Dit kan een korte hevige pijn onder in de buik en rug geven. Tijdens het opspuiten worden er foto’s gemaakt. Zonodig kan er gevraagd worden om even op uw linker of rechterzijde te draaien, om de eileiders nog beter in beeld te krijgen.

Als er voldoende foto’s zijn gemaakt, is het onderzoek klaar en wordt de katheter door de gynaecoloog verwijderd. Daarna worden de foto’s samen met u bekeken, en zal er zonodig nog uitleg worden gegeven. De röntgenlaborant helpt u daarna van de röntgentafel af. Omdat er sprake kan zijn van licht bloedverlies, en eventueel weglekkend röntgencontrastmiddel, krijgt u van de röntgenlaborant een maandverband.

In het kleedhokje heeft u de mogelijkheid om naar het toilet te gaan en om u op te frissen. Een washandje en handdoek zijn aanwezig. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.

Na onderzoek

Direct na het onderzoek krijgt u een voorlopige uitslag van de gynaecoloog die het onderzoek uitvoert. De definitieve uitslag en het vervolg van de behandeling, bespreekt u op de eerstvolgende afspraak met uw behandelend gynaecoloog.

Na het onderzoek kunt u een menstruatieachtige pijn onder in de buik of rug hebben. De eerste dagen na het onderzoek heeft u wat bloedverlies of bruinige afscheiding. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na 2 á 3 dagen. Er bestaat geen bezwaar tegen geslachtsgemeenschap en zwangerschap na het onderzoek.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem gerust contact op met de afdeling Gynaecologie. 

  • Gynaecologie (0344) 67 40 45 - maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur 's middags