Voedselallergie provocatietest
Een voedselprovocatietest is een betrouwbare manier om vast te stellen of uw kind een voedselallergie heeft. Tijdens zo’n test krijgt uw kind in meestal 7 of 8 stappen de voeding waar het mogelijk allergisch voor is. We beginnen met bijvoorbeeld een kruimel pinda of noot of een druppel melk en bouwen de hoeveelheid per stap op. De laatste stap is de hoeveelheid die uw kind normaal zou eten, zoals een boterham met pindakaas of een beker melk. Tijdens de test zijn er altijd een verpleegkundige en kinderarts aanwezig.
Tijdens de test houden we uw kind namelijk goed in de gaten. Bij een allergische reactie wordt goed gekeken of het onderzoek moet worden gestopt. Het onderzoek vindt plaats op de kinderafdeling.
Voorbereiding
Vertel uw kind zo eerlijk mogelijk wat er gaat gebeuren. Ook dat er misschien een allergische reactie zal optreden. U kunt uitleggen dat de arts en de verpleegkundige altijd klaar staan om te helpen. Dit stelt kinderen vaak gerust. Stop 2 dagen voor de test met medicijnen die de allergie onderdrukken, zoals levocetirizine en desloratadine. Behalve als u anders heeft afgesproken met de kinderarts. Als uw kind dan veel klachten krijgt, kunt u contact opnemen met de poli kindergeneeskunde.
Folders
In de folder Provocatietest bij voedselallergie leest u aanvullende informatie over dit onderzoek.
Contact
Heeft u nog vragen dan kunt u contact opnemen met afdeling Kindergeneeskunde.
-
Deze afdeling is telefonisch bereikbaar op telefoonnummer (0344) 67 40 46 - maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur 's middags.