Bekkenbodemoperatie Manchester fothergill

Een verzakking van de baarmoeder komt regelmatig voor. Een verzakking kan ontstaan door verslapping of schade aan de banden die de baarmoeder en vagina steunen. Ongeveer 1 op de 10 vrouwen met kinderen wordt geopereerd voor een vaginale verzakking. Een Manchester-Fothergill operatie is een manier om de verzakking op te lossen. 

 

Bron afbeelding: Yourpelvicfloor.org, IUGA, 28 januari 2019

 

De operatie

De ophangbanden zijn het natuurlijke steunweefsel van de baarmoeder. We maken de ophangbanden korter. De baarmoeder komt dan weer in de goede positie. Er wordt ook een stukje van de baarmoederhals weggehaald. Hierdoor krijgt de vagina de oude lengte terug.

Voorwandplastiek

Als het nodig is wordt er ook een voorwandplastiek gedaan. Dat betekent dat we de blaas weer terug op de plaats duwen. Meer informatie over een voorwandplastiek vindt u in de folder; Bekkenbodem- en incontinentie-operaties(undefined/behandelingen/bekkenbodem-en-incontinentie-operaties/)

Achterwandplastiek

Als het nodig is wordt ook een achterwandplastiek gedaan. Hierbij wordt de darm weer teruggeduwd naar de oude plek. Soms worden ook de bekkenbodemspieren in het midden weer beter tegen elkaar gebracht.Meer informatie over een achterwandplastiek vindt u in de folder Bekkenbodem- en incontinentie-operaties(undefined/behandelingen/bekkenbodem-en-incontinentie-operaties/)

 

Bron afbeelding: Yourpelvicfloor.org, IUGA, 28 januari 2019

Na de operatie

U mag naar huis als:

  • alle controles goed zijn;
  • u zelf kunt plassen;
  • u gewoon kunt bewegen.

Controle

U heeft 6 weken na de operatie een controle bij de gynaecoloog. Deze afspraak is telefonisch. 

Complicaties

Zoals bij iedere operatie, kunnen ook bij de Manchester-Fothergill operatie complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor. Ze kunnen meestal behandeld worden.

Blaasontsteking
Een blaasontsteking komt vaak voor na een bekkenbodemoperatie. Daarom wordt de urine bij klachten in het ziekenhuis gecontroleerd. U krijgt eventueel antibiotica als dat nodig is. Een blaasontsteking is daarmee goed te behandelen. 

Problemen met zelf plassen 
Doordat de urinebuis en urineblaas in het gebied liggen waar de operatie is uitgevoerd, kan het voorkomen dat het moeilijk is om na de operatie zelf te plassen. In dat geval kan het zijn dat u een aantal dagen moet katheteriseren, dit betekent dat u met een slangetje zelf de blaas leeg moet maken. Als dit niet lukt blijft de blaaskatheter langer zitten. Dit probleem is vrijwel altijd tijdelijk en zal vanzelf overgaan.

Urine-incontinentie 
Soms treedt ongewild urineverlies op als complicatie van een verzakkingsoperatie. Het is niet duidelijk waardoor deze complicatie ontstaat. Het is dus ook niet altijd te voorkomen. Het urineverlies is 
meestal niet ernstig. In uitzonderingsgevallen ontstaat ernstig urineverlies na een verzakkingsoperatie. 

Letsel aan de urinewegen of darmen
In zeldzame gevallen kan tijdens de operatie de darm, blaas of urineleider beschadigen. Vaak kan de gynaecoloog dit tijdens de operatie meteen herstellen. Soms wordt deze beschadiging pas na de operatie duidelijk. Is dit het geval, dan moet u nog een keer geopereerd worden.

Moeite met poepen (ontlasting) 
Na een ophangoperatie van de darm en een baarmoederverwijdering kunt u moeite hebben met poepen. Deze klachten verdwijnen meestal spontaan na 3 tot 6 maanden. Vaak helpt het om (tijdelijk) zakjes te gebruiken om de ontlasting soepel te houden. 

Nabloeding 
Een nabloeding is een vrij zeldzame complicatie bij bekkenbodemoperaties. Bij operaties via de vagina is het vaak voldoende om (opnieuw) een tampon in te brengen of medicatie te geven. Soms is een tweede operatie noodzakelijk. 

Seksuele probleme
Bij een bekkenbodemplastiek wordt de ingang van de vagina vernauwd. Dit geeft de bekkenbodem meer stevigheid. De ingang van de vagina wordt dan dus kleiner. De gynaecoloog zal de ingang van de vagina ruim genoeg houden om seks (gemeenschap) te kunnen hebben. Tenzij u dit niet wenst.
Soms is het resultaat toch anders dan verwacht. Ook kan in een enkel geval de vagina korter zijn geworden. Aarzel niet om bij seksuele problemen een nieuwe afspraak met de gynaecoloog te maken om hierover te praten. Vaak kan er iets aan gedaan worden. 

Infecties en trombose
Bij elke operatie is er een klein risico op het ontstaan van infecties of trombose.

Afsluiting baarmoeder
Omdat de baarmoedermond deels verwijderd wordt, kan soms de opening van de baarmoeder naar de vagina dichtgaan door littekenvorming. Als u nog menstrueert, hoopt het bloed zich dan in de baarmoeder op, dit kan pijn geven. De baarmoedermond kan vaak makkelijk geopend worden een enkele keer moet dit onder narcose plaatsvinden. Ook kan het zijn dat u door deze afsluiting andere problemen in de baarmoeder pas later ontdekt . 

Herstel complicaties
Bijna alle complicaties die hierboven genoemd worden, gaan voorbij. Het kost vaak tijd en een specifieke behandeling.