Staaroperatie

Als de heldere en doorzichtige ooglens troebel wordt heet dat staar. De dingen lijken dan wazig, grijs en vaal. Iedereen die ouder wordt krijgt het. Niet iedereen heeft er last van. Staar door ouderdom komt het meeste voor. Het kan ook ontstaan door een ontsteking, bepaalde medicijnen of beschadiging van het oog. Soms is het aanpassen van de sterkte van de brillenglazen een oplossing. Als dat niet lukt, volgt er een staaroperatie. De troebele lens wordt weggehaald. Er komt een kunststoflens voor in de plaats.

 

Voorbereidend onderzoek

Staarconsulent

Nadat u bij de oogarts bent geweest, wordt er een afspraak gemaakt bij de staarconsulent. De operatie wordt gepland als u bij de staarconsulent bent geweest.

Tijdens uw afspraak bij de staarconsulent:

  • U kunt vragen stellen over de operatie.
  • U krijgt informatie over de operatie.
  • U krijgt informatie over de operatiedag en oogverzorging.
  • U krijgt een meting om de juiste sterkte van de kunstlens te bepalen.
  • U krijgt informatie over de verschillende lenssoorten. Meer informatie hierover kunt u alvast lezen op de pagina Staaroperatie – implantlenzen(undefined/behandelingen/implantlenzen-staaroperatie/)
Belangrijk
  • Als u contactlenzen heeft, mag u die in de 3 weken voor de lensmeting  bij de staarconsulent niet in doen.
  • Neem iemand mee. Die kan dan meeluisteren hoe de voorbereiding van de operatie en de nazorg verlopen.
  • Neem een lijstje mee waarop de medicijnen staan die u gebruikt. Laat ook de sterkte en dosering noteren. De apotheker kan de lijst voor u printen.

Per oog of 2 ogen tegelijk opereren

De oogarts opereert meestal 1 oog per operatie. Na de operatie ziet u met het behandelde oog wazig. U heeft dan 1 oog waar u wel goed mee kunt zien. U kunt na de operatie bijna alles weer doen. De bril aanpassen kan na de tweede operatie.

Beide ogen in 1 keer opereren kan op uw verzoek. 

Dit heeft de volgende voordelen:

  • U hoeft maar 1 keer naar het ziekenhuis te komen voor de operatie.
  • U heeft daarna 1 controle afspraak voor beide ogen.
  • Het traject is korter. U kunt soms weer sneller aan het werk.
  • U kunt sneller de bril aanpassen.

Het heeft ook nadelen:

  • U ziet na de operatie en de eerste dagen met beide ogen iets waziger.
  • U heeft daarom misschien hulp nodig bij het druppelen. Beide ogen moeten gedruppeld worden.
  • De operatie duurt 2 keer zo lang. U moet dan ook langer geconcentreerd en stil blijven liggen.

Als de operatie onder algehele verdoving (narcose) is, worden vaak wel 2 ogen behandeld. U hoeft dan maar 1 keer onder narcose.

Voorbereiding operatie

Oogdruppels

Start 1 dag voor de operatie met het druppelen van het oog dat geopereerd gaat worden. U krijgt 2 flesjes met verschillende oogdruppels, 1 flesje Dexamethason en 1 flesje Ketorolac. U druppelt dus per keer met 2 aparte flesjes. Wij adviseren de 3 druppelmomenten te verdelen over de dag, dus ochtend, middag en avond.

Druppelschema bij staaroperatie:

  • Dag voor de operatie
    Dexamethason: 3 keer per dag
    Ketorolac: 3 keer per dag

  • Dag van de operatie
    Dexamethason: 1 keer in de ochtend
    Ketorolac: 1 keer in de ochtend

  • Eerste week na de operatie
    Dexamethason: 3 keer per dag
    Ketorolac: 3 keer per dag

  • Tweede week na de operatie
    Dexamethason: 2 keer per dag
    Ketorolac: 2 keer per dag

  • Derde week na de operatie
    Dexamethason: nog 3 dagen 1 keer per dag, dan stoppen
    Ketorolac: 1 keer per dag tot de controle

Als u niet zelf kunt druppelen, vraag dan iemand anders om dit bij u te doen. Als dat niet kan, kunt u thuiszorg om hulp vragen. U kunt dit zelf aanvragen als de operatiedatum bij u bekend is.

Hoe u moet druppelen?

  • Was uw handen.
  • Druppelen kan zowel zittend als liggend.
  • Schud de flesjes goed voor gebruik.
  • Trek het onderooglid iets naar beneden en kijk naar boven. Zo ontstaat er een zakje.
  • Laat nu één druppel in het zakje vallen. Het is hierbij belangrijk dat het flesje het ooglid niet raakt om besmetting te voorkomen. Houd daarom een afstand aan van ongeveer twee centimeter.
  • Soms kan een druppel naast het oog vallen. Dat is niet erg, maar zorg dat er in ieder geval 1 druppel in het oog valt.
  • Wacht 5 minuten met het druppelen uit het tweede flesje. Druppel dus niet direct achter elkaar.

Op de dag van de operatie

  • U doucht thuis en wast uw haren. Dit is om infecties te voorkomen.
  • Gebruik géén make-up en draag géén sieraden.
  • Smeer geen crème of zalf op uw gezicht.
  • Druppel het oog dat geopereerd gaat worden met 1 druppel van beide flesjes. Wacht 5 minuten tussen beide druppels.

Poliklinisch of dagopname

Poliklinisch:
  • U kunt gewoon eten en drinken. Wel raden wij u aan niet te veel te eten op de ochtend van de operatie.
  • U kunt medicijnen die u heeft gewoon innemen. De arts bespreekt met u wat u moet doen met uw antistollingsmedicijnen (bloedverdunners). Als hier niets over is gezegd, mag u ze gewoon innemen.
  • Suikerpatiënten kunnen hun medicijnen innemen en insuline spuiten zoals ze gewend zijn.
Dagopname

Bij een dagopname opereren we in een operatiekamer. U krijgt uitleg van de arts die de verdoving geeft over wat u moet doen voor de operatie. U moet voor deze operatie nuchter zijn. U krijgt hiervoor informatie via de afdeling Opname. 

Goed om te weten

Neem op de dag van de operatie iemand mee die u kan begeleiden en veilig thuis kan brengen.

Heeft u de dagen voor de operatie koorts of griep? Of heeft u nieuwe klachten aan het oog dat geopereerd wordt? Neem dan contact op met de polikliniek Oogheelkunde. De arts beoordeelt dan of de operatie door kan gaan. Soms is het beter om een nieuwe afspraak te maken.

De operatie

  • U krijgt oogdruppels in beide ogen. De druppels maken de pupillen groter en zorgen voor verdoving.
  • U krijgt een pilletje om ervoor te zorgen dat u beter kunt ontspannen waardoor u minder zenuwachtig bent.
  • De oogarts controleert samen met u welk oog geopereerd gaat worden.
  • Tijdens de operatie ligt u plat en soms iets achterover.
  • U wordt afgedekt met steriele lakens. Via een slangetje onder de lakens krijgt u frisse lucht.
  • Het is belangrijk dat u tijdens de operatie stil blijft liggen. U helpt de arts door de aanwijzingen op te volgen.
  • Tijdens de operatie voelt u dat er gespoeld wordt met water. Soms kunt u een iets drukkend gevoel ervaren. Scherpe of vervelende pijn is niet gebruikelijk. U mag gelijk aangeven als iets pijn doet. Soms kunnen we dan extra verdoven.
  • De oogarts heeft een microscoop waardoor het oog vergroot zichtbaar is.
  • De oogarts maakt een aantal heel kleine sneetjes in het oog. Daarna wordt het voorste lenskapsel geopend. Met een speciaal hulpmiddel haalt de oogarts de troebele lens weg. Het lenszakje wordt daarna gespoeld. Als het lenszakje schoon is, wordt de kunstlens in het oog gezet. Aan het eind van de operatie wordt er een middel in het oog gedaan om ervoor te zorgen dat het oog niet gaat ontsteken. De wondjes worden dichtgemaakt, meestal zonder hechtingen
  • De operatie duurt ongeveer 30 minuten. Bij een moeilijke staaroperatie kan het langer duren.

Na de operatie

  • In de wachtkamer van de poliklinische operatiekamer krijgt u de tijd om even bij te komen van de operatie. U kunt een kopje koffie of thee drinken.
  • Het kan zijn dat u zich niet zo fit voelt. Uw zicht is ook wazig. Neem iemand mee die u veilig thuis kan brengen.
  • Als u een dagopname heeft, gaat u naar de verpleegafdeling om bij te komen. U krijgt wat te eten en drinken.

Bijwerkingen

  • Na de operatie kunnen de oogleden korte tijd jeuken en plakkerig aanvoelen.
  • De ogen kunnen ook tranen.
  • Een gevoel alsof er iets in het oog zit is ook heel normaal.
  • U kunt last hebben van het felle licht.
  • Het oog zal rood zijn. Dit kan een aantal dagen duren.

Verzorging van het geopereerde oog

  • De dag na de operatie gaat u door met druppelen volgens het schema. U gebruikt de flesjes waar u ook op de dag voor de operatie mee druppelde. Soms geeft de oogarts u een ander schema.
  • Het oog zo nodig 3 keer per dag schoonmaken als het vies is. Dit kunt u het beste doen voordat u het oog gaat druppelen. Gebruik hiervoor een verbandgaasje.
    • Was eerst uw handen.
    • Maak het gaasje vochtig met koud water.
    • Veeg de oogleden voorzichtig met één beweging vanaf de buitenkant naar de neus toe schoon.
    • Neem voor elke streek een schoon gaasje.
    • Druk niet op de oogbol zelf.

Pijnstilling

Als u pijn heeft mag u 4 keer per dag 2 pillen paracetamol van 500 milligram innemen. Dit mag u doen tot 24 uur na de operatie. Als de oogarts u een ander advies geeft, neemt u dat advies over.

Wanneer contact opnemen

Neem meteen contact op met de polikliniek Oogheelkunde:

  • Als u heel veel pijn heeft.
  • Als u niet meer kan zien met het behandelde oog.
  • Als u erg misselijk bent.
  • Als het oog steeds roder wordt.

Risico's

Aan staaroperaties zitten, net als bij iedere operatie risico’s. De kans op ernstige problemen is klein, minder dan 1 op 1500 operaties. In dat geval kan een nieuwe operatie nodig zijn.

Een klein deel van de patiënten hebben last van:

  • Het ontstaan van verhoogde druk in het oog. Dan is behandeling nodig.
  • Er zitten nog resten van de oude lens in het oog. Dan is er misschien nog een operatie nodig.
  • Schade aan het lenszakje waardoor een andere type lens geplaatst moet worden. Soms in een aparte operatie op een andere dag. Bij sommige patiënten is pas tijdens de operatie duidelijk dat het lenszakje erg zwak is. Dit geeft een extra risico op beschadiging van het lenszakje.
  • Sommige patiënten hebben een kleine pupil die niet reageert op medicijnen. Het kan dan nodig zijn tijdens de operatie andere speciale hulpmiddelen te gebruiken. Daardoor kan de operatie iets langer duren. Soms is het ook nodig om extra medicijnen te geven om ontstekingen te voorkomen.
  • Een (steriele) ontstekingsreactie in het oog waardoor langer druppelen of extra medicijnen nodig zijn.
  • Netvliesloslating, dan is behandeling nodig.

De uitslag

Het is nooit zeker dat u na de operatie scherp kunt zien zonder bril. Het is heel goed mogelijk dat u pas echt goed ziet met een bril of na een aanpassing van de bril. Vaak is een leesbril nodig.

Controle

U krijgt een briladvies mee bij de eindcontrole. De eindcontrole is op de polikliniek Oogheelkunde 3 tot 4 weken na de laatste operatie. Een afspraak wordt voor u ingepland.

Leefregels

Deze leefregels gelden tot 2 weken na de operatie. Soms geeft de oogarts u een ander advies.

De eerste week na de operatie

U mag NIET
  • Ga niet sporten of zwemmen.
  • Doe geen activiteiten waarbij uw hoofd rood zou aanlopen.
  • Gebruik geen make-up.
  • Uw neus snuiten mag niet, ophalen wel.
  • Zwaar tillen; Zorg ervoor dat er geen druk op hoofd staat. 
  • Bukken; Houd uw hoofd zoveel mogelijk rechtop. Ga door de knieën in plaats van bukken.
  • Pers niet te hard bij het poepen. Lukt het poepen niet? Bespreek dit met de huisarts.
  • Probeer zo min mogelijk te hoesten. Overleg  met uw huisarts als u veel moet hoesten.
U mag WEL
  • U mag niezen met de mond open.
  • U mag lezen en tv kijken.
  • U mag douchen. Zorg dat uw ogen de eerste 3 dagen niet onder de directe waterstraal komen.
  • U mag reizen met openbaar vervoer.
  • U mag uw  haar wassen. Pas wel op dat u geen shampoo in uw ogen krijgt.
  • U mag fietsen. Zet een zonnebril op als het licht te fel is voor uw oog.

Vanaf de tweede week na de operatie kunt rustige activiteiten weer hervatten.

U mag de eerste 4 weken na de operatie geen contact- of balsporten doen.

Autorijden

Kort na een staaroperatie zijn er veel verschillen tussen mensen 
wat betreft het zien en de eventuele brilsterkte. Hierdoor is het 
niet mogelijk om één advies te geven over of u wel of niet mag 
autorijden. Zelf autorijden mag in het algemeen als u voldoende 
ziet met beide ogen samen en zelf het gevoel heeft dat het verantwoord is. Dit blijft wel op eigen risico. Bij twijfel kunt u altijd uw 
oogarts om advies vragen.

Lees meer over staar op oogartsen.nl(https://www.oogartsen.nl/ooglens-staar/staaroperatie-cataract/) of thuisarts.n(https://www.thuisarts.nl/staar)l.