Bekkenbodemoperatie: Sacrospinale fixatie

Bij een verzakking kan de blaas, het rectum (het uiteinde van de dikke darm) of de baarmoeder via de schede naar buiten zakken. Het kan ook zijn dat de baarmoedermond of de top van de vagina naar buiten komt. Dit kan gebeuren wanneer er in het verleden een baarmoeder-verwijdering heeft plaatsgevonden.

Afdeling

Gynaecologie

Lees meer

Meer over

Wat is een sacrospinale fixatie?

Wanneer de vaginatop of de baarmoeder verzakt is, kan dit operatief verholpen worden met een sacrospinale fixatie. De verzakte vagina-top of de verzakte baarmoeder wordt met behulp van hechtingsdra-den aan een bindweefselband in het bekken (sacrospinaal ligament) vastgemaakt en op deze manier weer opgehangen. Deze operatie vindt plaats via de schede.

Behandeling

De gynaecoloog voert de operatie uit. Tijdens de operatie maakt de gynaecoloog via de schede een insnede van een paar centimeter in het dieper gelegen deel van de vaginale achterwand. Door met de vinger door deze opening het tussenliggende weefsel opzij te duwen, kan de stevige bindweefselband diep in het bekken bereikt worden. Deze bindweefselband heet het sacrospinale ligament. De gynaeco-loog steekt twee hechtingsdraden (niet oplosbare draden) door deze bindweefselband heen en maakt de uiteindes van deze hechtings- draden vast aan de vaginatop of aan de baarmoeder. Door de hech-tingsdraden stevig vast te knopen wordt de verzakte vaginatop of de baarmoeder strak naar achteren tegen de stevige bindweefselband aan getrokken en vastgezet. Hierdoor is de verzakking van de vagi-natop of baarmoeder opgeheven en is deze weer strak naar achteren opgehangen. Vervolgens wordt de opening in de achterwand van de vagina gesloten door middel van een oplosbare hechting. De gynaecoloog brengt aan het einde van de operatie via de urine-buis een katheter in de blaas zodat de urine vanzelf opgevangen kan worden in de katheterzak. Ook zal er in de vagina een tampon van gaas met crème achtergelaten worden om de operatiewond te stelpen en het vocht en bloed dat uit de operatiewond zal lekken op te vangen.

Na behandeling

Na de operatie blijft u drie dagen opgenomen in het ziekenhuis. De duur van de opname kan verlengd worden indien dit nodig is voor herstel van de operatie. De gaastampon die tijdens de operatie is ingebracht wordt na 24 uur door de verpleegkundige van de afdeling verwijderd. Deze gaastam-pon kan groot van lengte zijn. De operatiewond kan nog een aantal dagen wat bloedverlies en/of bloederige vochtafscheiding uit de vagina geven.

De herstelperiode thuis duurt 6 weken en kan tegenvallen omdat u nog weinig activiteiten kunt uitvoeren en u sneller dan normaal moe bent. Het kan gebeuren dat door de operatie de rechter bil beurs aanvoelt. Licht huishoudelijk werk mag u wel doen. Let op met tillen, sjouwen, beuren (niet meer dan 10 kg) en stofzuigen. Tillen van een emmer water of een zware boodschappentas is onverstandig. Door het tillen van zware spullen kan het weefsel dat op een nieuwe plaats is vastgemaakt weer losraken. U bent in een herstelperiode, hierbij is het van belang dat u goed luistert naar de signalen van uw lichaam en niet te snel te veel wilt ondernemen.

Contact

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem gerust contact op met de afdeling Gynaecologie. 

  • Gynaecologie (0344) 67 40 45 - maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur 's middags