Neusamandel verwijderen kinderen

Neus- en keelamandelen zijn een soort lymfeklieren achter in de keel, die bacteriën en virussen bestrijden. Soms raken de amandelen ontstoken, en worden rood en opgezwollen. Vaak zijn er dan ook klieren in de hals voelbaar. De amandelen hebben op dat moment geen nuttige functie meer. Dan kan besloten worden de neusamandelen te verwijderen. Dit gebeurt via een operatie onder narcose, waarbij de patiënt dezelfde dag weer naar huis kan.

Voorbereiding

In de weken voordat u kind geopereerd wordt is het belangrijk dat:

  • Uw kind de 3 weken voor de ingreep geen contact heeft met kinderen die kinderziekten hebben. Het gaat hierbij om kinderziekten, zoals rode hond, waterpokken, mazelen of de bof. Dit is belangrijk in verband met de kans op besmetting.
  • Ook het contact met familieleden en vriendjes van zieke kinderen moet uw kind vermijden.
  • Heeft uw kind toch gespeeld met kinderen met een kinderziekte? Neem dan contact op met de polikliniek om te overleggen of de operatie kan doorgaan. 
  • Heeft u kind binnen 1 week voor de operatie koorts of last van hoesten? Neem dan ook contact op met de polikliniek KNO of de afdeling Kind & Jeugd. 

Medicijngebruik

  • Gebruikt uw kind aspirine? Daarin zit acetylsalicylzuur. Het is belangrijk dat u dit vooraf meldt. Het gebruik van acetylsalicylzuur geeft een verhoogde kans op nabloedingen. Acetylsalicylzuur zit ook in veel andere medicijnen. Dit staat meestal op de verpakking. Uw arts bespreekt met u wat u moet doen met deze medicijnen en de operatie.
  • Gebruikt uw kind andere medicijnen waarover u twijfelt?Bespreek dit met de verpleegkundige op de kinderafdeling van het ziekenhuis of met de polikliniekassistent.

Wat neemt u mee

  • Pyjama's, 2 stuks 
  • Ondergoed, 2 stuks
  • Een knuffelbeest of iets anders waar uw kind aan gehecht is.


Verblijf bij uw kind

  • Eén van de ouders mag bij het kind blijven totdat het in slaap is gebracht (narcose). Na de operatie mag één van de ouders ook bij het kind aanwezig zijn in de uitslaapkamer.
  • Neem geen andere kinderen mee naar het ziekenhuis. Dit in verband met drukte en beperkte ruimte.


De dag van de operatie 

  • Neem op de dag van de operatie de temperatuur op van uw kind. Als uw kind koorts heeft, kan de operatie mogelijk niet doorgaan. Heeft uw kind een temperatuur boven 38,5 ºC, dan moet u de kinderafdeling bellen om te overleggen met een verpleegkundige. Dit is in het belang van uw kind.
  • U wordt met uw kind op de afgesproken tijd op de kinderafdeling verwacht. Hier wordt u begeleid naar de kamer waar een bedje voor uw kind klaarstaat.
  • Voor de operatie krijgt uw kind pijnstillers.
  • U krijgt uitleg over de behandeling.
  • U trekt uw kind een pyjama aan.

Behandeling

U wacht in de wachtkamer samen met uw kind. U wordt met uw kind opgehaald. Eén van de ouders mag mee naar de operatiekamer totdat het kind in slaap is gebracht. Uw kind krijgt via een kapje narcose toegediend. Het is goed voor uw kind als u er bij blijft tot uw kind slaapt. Daarna wordt de operatie uitgevoerd.

Na de behandeling

Na de ingreep wordt uw kind naar de uitslaapkamer gebracht.

  • Eén van de ouders mag bij het kind blijven.
  • Verschijnselen als bleek zien, bloed uit de mond en neus, misselijkheid en overgeven zijn normaal direct na deze ingreep.
  • Uw kind moet, zodra het kan, beginnen met drinken.

Naar huis

U kunt samen met uw kind naar huis:

  • als uw kind goed wakker is
  • als uw kind wat gedronken heeft
  • als uw kind niet meer misselijk is
  • als het bloeden uit de neus en mond is gestopt.
  • wanneer de verpleegkundige dit aangeeft

Vervoer naar huis

Het is noodzakelijk dat uw kind na de ingreep per auto naar huis gaat. Wij raden u aan om met 2 personen te komen zodat er iemand op uw kind kan letten, terwijl de ander rijdt. 

Leefregels voor thuis 

  • Op de eerste dag na de operatie mag uw kind nog niet douchen.
  • Op de tweede dag na de operatie mag uw kind douchen met lauw water.
  • Op de tweede dag na de operatie mag uw kind weer naar buiten en naar school.
  • 2 weken na de operatie mag uw kind weer zwemmen.

Eten en drinken na de operatie

  • Een kind dat een operatie heeft gehad aan de neusamandel mag nog niet direct alles eten.
  • Uw kind moet wel veel drinken.
  • Op de dag van de operatie mag uw kind koud en vloeibaar voedsel zoals: koud water met ijsklontjes, waterijsjes, aanmaaklimonade, half appelsap half water, vla, toetjes en koude appelmoes.
  • Om 17.00 uur ’s middags mag uw kind wit brood zonder korst.
  • Op de eerste dag na de operatie mag uw kind lauwwarm voedsel eten.
  • Vanaf de tweede dag na de operatie mag uw kind normaal eten.

Wanneer moet u contact opnemen? 

In de volgende situaties kunt u contact met ons opnemen:

  • Uw kind heeft een nabloeding. Er komt bijvoorbeeld helder, rood bloed uit de mond of neus. Neem contact op met de Spoedeisende Hulp 0344-674911. Vertel dat uw kind een nabloeding heeft, zodat de verpleegkundige de KNO-arts kan informeren. U hoort dan wat u verder moet doen.
  • Uw kind heeft koorts boven de 38,5°C. U kunt van maandag tot en met vrijdag van 8.30-12.00 ’s ochtends en van 13.00-16.30 uur ’s middags bellen met de polikliniek KNO 03 44 67 40 58.. Buiten kantoortijden belt u met de receptie van het ziekenhuis 03 44 67 49 11. De receptie kan u eventueel doorverbinden met de Spoedeisende Hulp.

Neem geen contact op met de huisartsenpost.

De uitslag

De polikliniek assistente belt u na ongeveer 6 weken om te vragen hoe het gaat. U hoeft daarvoor niet naar de polikliniek te komen.